Door Elly Meijnders. Deel 2 - De Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) voert regelmatig een gezondheidsonderzoek uit. In het kader van de serie interviews over gezonde leefstijl had ik een gesprek met Caren van Donzel, beleidsadviseur gezondheid bij de GGD.
Dit is het tweede deel van dit gesprek. Bij het vorige gesprek had Caren geconcludeerd dat, waar de levensverwachting stijgt naar bijna 86 jaar in 2040, de druk op de zorg enorm gaat stijgen.
Caren zegt, gedreven door haar enthousiasme voor haar werk: “Mensen blijven langer thuis wonen, zijn vaak langer alleen en daar kan eenzaamheid een oorzaak en gevolg van zijn. In Mill was 38% van de mensen eenzaam, in 2016 51%. Dat is een enorme stijging van eenzame ouderen hier. Eenzaamheid is een subjectief en persoonlijk gevoel. Je kunt, net als jij vertelt Elly, een heel weekend alleen zijn en niemand spreken en toch niet eenzaam zijn. De zingeving van het bestaan is heel belangrijk”.
Wat bedoel je daarmee te zeggen?
“Bijvoorbeeld de vraag, waarom sta ik om 7 uur op? Dat is persoonlijk. Je kunt antwoorden: ik sta op omdat ik lekker wil wandelen want het is mooi weer. Of: ik wil een mooi boek lezen of ik ga met het koor zingen. Het is een utopie dat je alle eenzaamheid kunt wegnemen. Dat vraagt maatwerk, dat vergt persoonlijke gesprekken. En er bestaat een verschil tussen sociale en psychische eenzaamheid. Je moet dat herkennen, erkennen en bespreekbaar maken. Eenzaamheid komt zoveel voor, dat kun je niet wegdenken”.
Het is veel fijner om er over te kunnen vertellen als je een na een leuke avond thuis komt. Maar als er niemand is om aan te vertellen...
Caren knikt: “Juist. En nu is het de doelstelling van de gemeente om dat percentage van 51% omlaag te brengen naar 48%. Je hebt gelijk, dat lijkt niet veel maar de ervaring in de grote steden is dat ook zo’n klein percentage een heel groot verschil maakt. Maar het is een moeilijk probleem dat je gezamenlijk met z’n allen moet aanpakken. Het taboe over eenzaamheid moet je het eerst aanpakken. En dan met de hele bevolking en niet alleen maar met een activiteit. Er moeten ontmoetingsplekken zijn met een lage drempel, eigenlijk helemaal zonder drempel waardoor mensen uit hun huis naar buiten kunnen of willen”.
Welke factoren spelen daar een belangrijke rol, Caren?
Caren geeft met haar handen aan: “De hele omgeving speelt een rol. Ook je leefomgeving, daar waar je woont, heeft invloed op je gezondheid. Verandering in je leefomgeving kan je positief beïnvloeden. En dit gaat dan over meer groen en voldoende goeie fiets- en wandelpaden. Veel groen heeft goede gevolgen, vermindert stress en zet meer aan tot bewegen”.
Zijn er ook negatieve invloeden in Mill?
“Zeker wel. Neem in de gemeente Mill geur en geluid. De vliegbasis in Volkel bijvoorbeeld. En er worden mensen gehinderd door de geur van veehouderijen. Natuurlijk zijn daar normen voor en is er ook veel aandacht voor. Maar beide zaken spelen in Mill wel iets meer in vergelijking tot de andere gebieden in het Land van Cuijk. Er wordt aan gewerkt, er komt een nieuwe omgevingswet aan die het mogelijk maakt om gezamenlijk met de inwoners te kijken naar de omgevingsinrichting. Ja, participatie wordt steeds belangrijker. En ik wil dit gesprek afsluiten met de positieve gezondheid die de GGD in het vaandel heeft. Wij moeten breed kijken wat voor de persoon belangrijk is. De ene heeft iets met groen, de ander geeft daar niets om. Het heeft te maken met het behouden en uitbouwen van je veerkracht. Om in te kunnen gaan op alles wat je in het leven tegenkomt”.
Voor meer informatie: website Hart in Actie www.hartinactiemill.nl Website GGD Hart voor Brabant www.ggdhvb.nl.