De gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert hebben nieuwe afspraken gemaakt met zorgaanbieders over de tarieven voor huishoudelijke hulp. Aanleiding hiervoor was de nieuwe loonschaal voor huishoudelijke hulpen.

Vanaf 1 januari 2019 geldt een tarief van € 26,50. Alle gecontracteerde zorgaanbieders hebben ingestemd met dit nieuwe, hogere tarief. De gemeenten zijn tevreden met de nieuwe afspraken en zijn ervan overtuigd dat de tariefsverhoging bijdraagt aan het in stand houden van kwalitatief hoogstaande huishoudelijke hulp voor hun inwoners.

Nieuwe loonschaal

In het voorjaar van 2018 is een nieuwe cao in werking getreden met een nieuwe loonschaal voor huishoudelijke hulpen. Gemeenten die op of na 1 juni 2017 de contracten met de aanbieders van huishoudelijke hulp hebben gesloten, zijn verplicht om voor 1 januari 2019 met zorgaanbieders in onderhandeling te treden over een aanpassing van de tarieven. Voor de gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert geldt die verplichting niet, omdat de huidige overeenkomsten zijn ingegaan op 1 januari 2016, voor onbepaalde tijd. De colleges van burgemeester en wethouders hechten er echter waarde aan dat zorgaanbieders een reële, kostprijs dekkende prijs ontvangen voor de diensten die zij leveren, zodat de kwaliteit van de voorziening voor de cliënten wordt gewaarborgd. Om die reden hebben de colleges besloten om toch het overleg aan te gaan.

Verhoging van het tarief

Het overleg met de zorgaanbieders heeft uiteindelijk geleid tot een verhoging van het tarief huishoudelijke hulp. Bij de berekening van een nieuw tarief is gebruik gemaakt van een door de brancheorganisaties ontwikkelde rekentool, waarin de verschillende kostprijselementen van de zorgaanbieders zijn opgenomen. Op basis van deze rekentool is een nieuw reëel tarief van € 26,50 tot stand gekomen, dat vanaf 1 januari 2019 zal gelden. Alle gecontracteerde zorgaanbieders huishoudelijke hulp hebben ingestemd met het nieuwe tarief. Het tarief ligt bovendien binnen de bandbreedte die landelijk, door branchevereniging Actiz, is aangemerkt als reëel.

Extra kosten voor de gemeenten

De hogere tarieven brengen extra kosten voor gemeenten met zich mee. De VNG en het Rijk hebben afgesproken dat gemeenten deze extra kosten betalen uit de groei van het gemeentefonds. De VNG verwacht dat de gemeenten de extra kosten hiermee kunnen financieren. Of dit daadwerkelijk het geval is zal moeten blijken. De te verwachten extra uitgaven als gevolg van de verhoging van de tarieven zijn opgenomen in de drie gemeentebegrotingen vanaf 2019.