Foto: Cockie Kremers

Onlangs gaf Jan van de Wiel (1945) uit Mill aan met ingang van het zomerreces te stoppen met het lidmaatschap van de Adviesraad Sociaal Domein Mill, kortweg ASD Mill genoemd. We zochten hem op en het kostte weinig moeite om hem in de “praatmodus” te krijgen.

Sinds eind jaren ’90 is Jan actief betrokken in de toenmalige Cliënten Adviesraad dat door het college van B & W is ingesteld om adviezen uit te brengen over te voeren beleid dat het brede welzijn van Mill omvat. “In de beginjaren betrof dit alleen maar zaken omtrent de bijstandswet en Werk en Inkomen,” vertelt Jan. “Maar door de jaren heen werd het terrein breder en transformeerde de raad naar de BPR (Burger Participatie Raad) en met de komst van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning(WMO), en de Participatiewet 2014 werden we steeds belangrijker in de adviesrol.”

De laatste jaren omvat de raad het hele sociale domein van de gemeente van mantelzorgbeleid, vrijwilligersbeleid, leerlingenvervoer, accommodatiebeleid in wijken etc. etc.

“De raad wordt om advies gevraagd bij het tot stand komen van gemeentelijk beleid en beleidsuitgangspunten. Ook kunnen we ongevraagde adviezen uitbrengen om zaken op de agenda te krijgen die voor onze inwoners belangrijk zijn.” Dit zijn juist de zaken die je enthousiast maken zegt Jan van de Wiel “want met een ongevraagd advies aan het college zal de gemeente ook met een antwoord moeten komen. De laatste jaren worden we ook steeds vroeger in het beleidstraject betrokken en kun je hierdoor ook dichter bij de knoppen zitten en draaien als het even kan,” lacht Jan op een aanstekelijke wijze.

Teamwerk en verdeling van het werk zetten de ASD in hun kracht.
Op de vraag aan Jan hoeveel tijd er in gaat zitten zegt hij: “we doen het met 10 leden en als je de zaken goed verdeelt is dit best te doen.”
Binnen de ASD heeft Jan ook de secretarisfunctie, wat in de loop der jaren geen vrijblijvende functie meer is en een spil vormt in de organisatie. Met het vertrek van Jan gaat de ASD op zoek naar een nieuwe secretaris. “Het blijft vrijwilligerswerk maar wel werk dat er toe doet voor onze inwoners,” zegt hij. “Je ontvangt weliswaar een presentievergoeding voor vergaderingen maar dat is nooit de drive voor mij geweest.”

Terugkijkend zegt hij: “het was meer dan de moeite waard en heeft mij veel gegeven maar alles is nu eenmaal eindig.” Resultaat van de inzet van de ASD voor de Millse gemeenschap is het coöperatie gevoel met de gemeente en vooral de gemeenteraad die in het verleden soms raadstukken terug verwees naar de gemeente met de opdracht “wat vind de ASD hiervan”. “Voor de toekomst hoop ik dat de beleidsmakers de burgers en verenigingen meer gaan opzoeken in plaats van de omgekeerde volgorde. Dienstverlening kun je het beste inrichten wanneer je weet wat de inwoners bezig houdt. Dus: de wijk in, lacht Jan.