We weten al een tijdje dat het klimaat sterk aan het veranderen is. De meest krachtige orkanen zijn sterker en destructiever geworden. Extreme hitte komt steeds vaker voor met alle gevolgen van dien.
Wereldleiders blijven een economisch systeem ondersteunen dat deze negatieve klimaateffecten versnelt, hoewel de wetenschap al jaren aangeeft dat dit het delicate evenwicht van onze planeet ernstig kan verstoren.
We zijn nu op het punt aangekomen om snelle en verreikende oplossingen door te voeren. Er is geen tijd meer te verliezen. Oplossingen moeten technisch en sociaal zijn. Elkaar bang maken met “einde der tijden” verhalen werkt averechts en we kunnen het beter doen. Ook moeten alle betrokken partijen leren om elkaar beter te behandelen.
Zo las ik een interview met Mark van de Oever van de Farmers Defence Force (FDF) waarin hij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een “corrupte bende” noemde. Hij kwam tot deze constatering aangezien de stikstofmetingen van het RIVM bewust niet zouden kloppen. Helaas gaan er momenteel veel misleidende verhalen over stikstof rond.
Stikstof is een belangrijke voedingsstof voor planten maar is ook een verraderlijke vervuiler.
Mest dat van de akkers afspoelt kan terechtkomen in meren en kustgebieden, waardoor er algenbloei ontstaat die het leven in zee bedreigt. Stikstof in de lucht kan eveneens ecosystemen beschadigen. Stikstofoxiden, uit energiecentrales en motoruitlaten, zijn veelvoorkomende bronnen van stikstof.
In Nederland komt de meeste stikstof echter uit de ammoniakdampen van dierlijke urine en mest. Deze stikstof reageert met de omgeving en vormt kleine druppels die smog veroorzaken en stikstofneerslag doet de grond verzuren. De bodemverzuring is al jaren zo erg in ons land dat Nederlandse boeren kalk aan hun velden moeten toevoegen om de zuurgraad te bestrijden. Stikstofoxide is ook een krachtig broeikasgas aangezien het 300 keer effectiever is in het vasthouden van zonnewarmte dan CO2, en daarom draagt het vanzelfsprekend ook bij aan klimaatverandering.
Nederland is een ware stikstof-hotspot, deels omdat het een dichtbevolkt en verstedelijkt land is. Overheidscontroles op energiecentrales en katalysatoren in auto’s hebben bijgedragen aan het terugdringen van stikstofemissies. Het grotere probleem is echter ammoniakemissies van geconcentreerde veehouderijen. Nederlandse boerderijen bevatten vier keer meer dierlijke biomassa per hectare dan het EU-gemiddelde. Praktijken zoals het injecteren van vloeibare mest in de bodem en het installeren van luchtwassers op varkens en pluimveefaciliteiten hebben de ammoniakemissies sinds de jaren tachtig met 60% verminderd, maar sinds 2014 zijn ze weer gestegen door de uitbreiding van de zuivelactiviteiten. De Nederlandse landbouw is volgens de RIVM verantwoordelijk voor ongeveer 45% van de stikstofvervuiling in ons land. De voorman van de FDF, Mark van de Oever, is het daar dus niet mee eens en noemt de RIVM corrupt.
Er zal toch echt iets moeten veranderen, veel bouwprojecten lagen of liggen al lang stil, maar deze sector draagt maar 0.6% bij aan de stikstofuitstoot. De bouwsector wordt dus in verhouding veel te hard gestraft. De grootste uitstoters zullen ook meer moeten bijdragen aan het stikstofprobleem dan de kleine spelers.
Het kan natuurlijk zijn dat het RIVM meetfouten heeft gemaakt en daarom is er een externe commissie ingeschakeld om zowel het stikstofberekeningsmodel als het nationale stikstofmonitoringsnet door te lichten. Ik ben zeer benieuwd naar de uitkomst en kijk vooral uit naar de reactie van Mark van de Oever.
Tom de Man
Oud-inwoner gemeente Mill & Sint Hubert