Marcel Bisschops uit Mill woont al sinds 1984 in Amerika. In het L.O.M.-radioprogramma MossTime belde Corné Kremers zondag 26 april met hem. Dat om te checken hoe het met hem gaat in deze Coronatijd, maar ook om te vragen hoe hij daar terecht is gekomen.
“Ik studeerde informatica in Eindhoven. Op het moment dat ik daar klaar mee was, was er een bedrijf uit Amerika in Eindhoven om mensen te werven die voor hen wilden werken en bereid waren mee te gaan naar de USA. We zijn toen met 4 afgestudeerden uit Eindhoven, 4 uit Ierland en 2 uit Spanje gegaan. We verhuisden toen naar Pennsylvania en zijn daar gebleven.”
Ook woonde hij nog enkele jaren in Belgie. “Mijn vrouw Liesbeth was een van de 4 studenten die naar de USA verhuisde. Toen wij ons eerste kindje kregen, wilde de familie in Nederland ons eigenlijk wat vaker zien. Het was het eerste kleinkind voor mijn ouders en de ouders van Liesbeth. Er was destijds een project in België waar we terecht konden en toen hebben we hier in Amerika alles bij elkaar gepakt en zijn we verhuisd.” Maar dat duurde maar een paar jaar. “We woonden daar op de grens van Wallonië en Vlaanderen. De sfeer daar was daar niet echt goed, eigenlijk gewoon vijandelijk te noemen. Ook waren we al gewend aan het klimaat en leven in Amerika, dus zijn we in 1994 weer teruggegaan naar Amerika.”
Sinds december vorig jaar is Marcel eigenaar van een vliegveld in Doylestown. Een dorp tussen New York en Philadelphia. “De luchtvaart heeft me altijd al getrokken. Toen ik hier kwam wonen heb ik ook meteen vlieglessen genomen en mijn vliegbrevet gehaald. Qua werk had ik niet veel uitdagingen meer. Ik werd manager en daarna directeur. Ik dacht: als ik nog ooit wat anders wil, ik ben nu zestig, dan moet het nu gebeuren.” En dat gebeurde. Er kwam in Doylestown een vliegveld te koop van iemand die er in verband met zijn leeftijd mee wilde stoppen. “Samen met iemand anders hebben we de koppen bij elkaar gestoken, hebben we een bod uitgebracht en sinds december vorig jaar ben ik eigenaar van een vliegveld.”
Op dit vliegveld verzorgen ze vlieglessen, verkopen ze brandstof, doen ze onderhoud aan vliegtuigen en verzorgen ze teven chartervluchten. “Er staan hier zo’n 165 vliegtuigen, voornamelijk eenmotorige vliegtuigen. Zelf hebben we er negen voor vlieglessen en pleziervluchten en één wat grotere voor chartervluchten. Dat vooral voor zakenlui en gepensioneerden die bijvoorbeeld naar hun vakantiehuisje willen.” Op dit moment lig alles in verband met het Coronavirus al ruim een maand stil. “Normaal gesproken hebben we zo’n vijf of zes chartervluchten per week. Nu al ruim een maand niets meer.”
Qua Corona zijn New York en Philadelphia wel 2 hotspots en daar woont Marcel met zijn gezin tussenin. “Wij zitten hier nu behoorlijk geïsoleerd. We zijn veel binnen en als we naar buiten gaan dan moet je een mondkapje op. Ondanks dat hier veel doden zijn gevallen door het Coronavirus en dat mensen thuis moeten blijven, is het eigenlijk nog best druk op straat en in winkels. Wij blijven zoals gezegd veel binnen. We doen wel onderhoud aan vliegtuigen die hier staan en verkoop van brandstof, maar verder ligt alles hier stil.”