Dit weekend (10 en 11 mei 2020) is het precies 80 jaar geleden dat de Duitsers Nederland binnen vielen en er in en rond Mill een korte maar zeer heftige strijd plaats vond.
Het was vrijdag 10 mei 1940, even na middernacht. Overal aan de Nederlands-Duitse grens horen de wachtposten geluiden, geluiden die ze nog niet eerder hebben gehoord. Het is zover, de aanval op Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk begint bij het eerste licht. Op een paar plaatsen langs de grens met Limburg stomen transport- en pantsertreinen op richting Nederland.
Het Nederlandse opperbevel slaat alarm. Soldaten worden gewekt. Iedereen betrekt in het donker de stellingen. De eerste versperringen worden aangebracht en mijnen op scherp gesteld. De grenspost bij het Noord-Limburgse stadje Gennep raakt in Duitse handen. Het is oorlog! Maar bij de Maasbrug, even verderop weten ze dat nog niet. Vijftien kilometer ten westen van de Maasbrug, bij Mill, hebben de soldaten bij de spoorbrug over het kanaal de rails nog niet versperd. Er kan immers nog een Nederlandse trein komen. En ook hier weet men nog niet dat het oorlog is.
Een pantser- en een transporttrein passeren de grens bij Gennep en stoppen kort bij het station. Een groepje Duitsers in Nederlandse uniformen overmeestert de niets vermoedende bewakers bij de Maasbrug, die dus intact blijft. Op andere plaatsen in het land vliegen de bruggen gelukkig op tijd de lucht in. De pantsertrein steekt ongehinderd de Maasbrug bij Gennep over. De trein vol soldaten rijdt er achter aan. De weg naar Mill is vrij!
Een aantal soldaten bij de spoorbrug van Mill kijkt met bewondering naar de pantsertrein, die voorbij rijdt. “Ik wist niet dat wij die dingen ook hadden”, mompelt een officier verbaasd. Hij weet niet dat de Duitsers nu de Peel-Raamstelling doorbroken hebben. De Duitsers in de trein passeren de stelling bij Mill en houden de adem in. Er wordt echter niet door de Nederlanders geschoten. Op een of andere manier dringt het tot de Nederlandse soldaten bij de spoorbrug door, dat de gepasseerde treinen, Duitse treinen zijn. Men begint de spoorlijn te versperren. Een paar man graaft op scherp gestelde mijnen uit om ze onder de rails te leggen.
Een paar kilometer voorbij de stelling verlaten honderden Duitsers de trein. Bij de plek waar de Duitsers zijn uitgestapt komt het tot een handgemeen met een sectie infanterie. Hier vallen de eerste doden. Omdat de Duitsers zo veel mogelijk kazematten onschadelijk willen maken (dat kan vanaf de achterzijde heel gemakkelijk) verdelen ze zich in twee groepen. De grootste trekt naar het noorden, de andere naar het zuiden. In beide richtingen lopen namelijk belangrijke wegen naar het westen.
Na het lossen van de manschappen willen de Duitsers met de pantsertrein weer terug rijden naar de Maas om de bevelhebbers op de hoogte te stellen van de situatie. Met de radio kan men namelijk geen contact krijgen. De eerste burgers, met name de boeren die in de buurt van de doorbraak wonen, worden gealarmeerd en wekken hun families. De stelling van de kanonnen ligt precies op de route die de grootste groep doorgebroken Duitsers heeft gekozen. De kanonniers gaan het gevecht aan.
Ergens tussen kwart over vijf en half zes rijdt de Duitse pantsertrein die terug wil in Mill in volle vaart op de versperring, die hij eigenlijk aan de “verkeerde kant” raakt. De trein wordt daardoor als het ware gelanceerd. Twee wagons belanden in het kanaal, bijna 100 meter verderop.
Lees het hele verhaal van de gebeurtenissen op 10 en 11 mei 1940, van minuut tot minuut vanuit de Nederlandse en Duitse kant op www.stichtingsporenvandeoorlog.nl.