Sinds een aantal jaren is Rob Slaats uit Mill mede-eigenaar van de Barberstation, een keten van barbershops die op verschillende locaties in Nederland te vinden zijn.

Door de maatregelen rond het Coronavirus moesten uiteraard ook zij de deuren sluiten en deze gingen 11 mei weer open. “Bij de eerste paar klanten was het even wennen, maar na de eerste dag was het weer gewoon. Zelfs het werken met alle maatregelen went snel.”

Voor veel mensen was het weer echt nodig om naar de kapper te gaan. “Ik heb klanten die in maart een afspraak hadden staan maar dat ging niet door. Zij waren dus een week of twaalf niet meer geknipt. Dan heb je het wel over serieuze kapsels om aan te werken. Sommigen hadden ook zelf wat gedaan. Het “Coronakapsel” is welbekend. Bij degenen die zelf aan de slag waren gegaan, hadden we overigens meer werk om er weer een fatsoenlijk kapsel van te maken dan bij degenen die er niets aan hadden gedaan.”

Men is bij de Barberstations nog niet met het voltallige team aan de slag. Rob: “We werken sinds 11 mei in ploegen. Van negen tot vier uur en van vier tot negen uur. Zo kunnen we veel klanten helpen en ook de jongens hun uren laten maken.” Bij de Barberstations werken ze met mondkapjes. “Haren kunnen geen besmettingen doorgeven, daarom hebben we bij knippen geen handschoenen aan. Bij het knippen van baarden en snorren doen we wel handschoenen aan. Mondkapjes zijn we niet verplicht maar doen we wel. Ook om te laten zien dat we serieus met de maatregelen bezig zijn en zowel de klant als onszelf willen beschermen.”

Spontaan binnenlopen is er bij kappers nog even niet bij. “Alles gaat bij ons nu op afspraak. Online kan men reserveren en dan wordt er automatisch een bericht uitgestuurd met alle maatregelen en regels waaraan wij en de klanten zich moeten houden. Als men binnenkomt is er een gesprek waarin wordt gevraagd of de klant gezond is. Na elke klant wordt de hele stoel en al het materiaal schoongemaakt.” En wanneer het weer terug kan naar het oude normaal? “Zolang er geen medicijn of vaccin is, denk ik niet dat mensen spontaan kunnen binnenlopen bij de kapper en zullen we alleen op afspraak moeten knippen.”

Mooi van dit alles vindt Rob wel dat je kunt zien dat een kapper en schoonheidssalon tot de eerste levensbehoefte behoren. “Uiteraard ook door de lobby van de kappersbond richting de overheid mochten we weer open. Maar ook van de mensen rond ons heen hoorden we vaak dat men weer naar de kapper wilde. Velen hebben respect voor ons vak gekregen. Zelf knippen viel ze toch tegen.”