Afgelopen maandag (7 september) was de Militair Attaché van Canada – onderdeel van de Canadese ambassade in Den Haag – colonel Young (met echtgenote en assistente) in Mill voor een bezoek aan de Canadese kangoeroetank aan de Langenboomseweg. Zij werden in het gemeentehuis ontvangen en welkom geheten door burgemeester Walraven en leden van het Comité 4 en 5 mei en van de Stichting Sporen van de oorlog.

De ‘tank’- eigenlijk een ‘carrier’ ofwel een gepantserd personeelsrupsvoertuig – is een herinneringsmonument voor het Canadese Carrier Regiment dat, na de invasie in Normandië (juni tot september 1944), een grote bijdrage heeft geleverd aan de bevrijding van een groot deel van ons land.

De carrier was een nieuwe vinding tijdens de invasiegevechten, om de voor vijandelijk vuur kwetsbare infanterie zo dicht mogelijk , beschermd onder pantser – als in de buidel van een kangoeroe – bij het vijandelijke doel te brengen, waarna dat te voet werd aangevallen. Vanaf de zijkant werd, indien mogelijk, ter ondersteuning, het doel tijdens de nadering van de infanterie nog onder vuur genomen door de mitrailleurs van de carriers. De vaste bemanning (commandant, schutter en chauffeur) was Canadees. De meeliftende infanterie-eenheden waren Candese en Engelse. Het eerste squadron ‘kangoeroes’ werd opgericht in Normandië, eind augustus 1944.

Begin oktober kreeg het squadron de opdracht zich rechtstreeks naar Mill (NL) te verplaatsen waar het zich moest melden bij het Hoofdkwartier van het 8ste Britse legerkorps, dat zich bevond in De Koksebeek aan de Wanroijseweg! De ca. 50 ‘tanks’ verbleven in het Millse verzamelgebied van 8 t/m 11 oktober. Ze konden er eindelijk rusten en onderhoud plegen, in afwachting van de nieuwe opdracht.

Op 12 oktober kreeg het squadron opdracht om naar Helmond te verplaatsen. Op die zelfde dag bracht de Britse Koning George VI – de vader van koningin Elisabeth II – in gezelschap van veldmaarschalk Montgomery, een inspectiebezoek aan het hoofdkwartier in Mill en aan de vooruitgeschoven commandopost van generaal Dempsey in Langenboom. Mogelijk hebben de carriers een rol gespeeld in de beveiliging van het voorname en hoge gezelschap. Maar dat is niet terug te vinden in het dagboek van het squadron en dus speculatief.

Vanuit Helmond begonnen voor de kangoeroes de vele liftacties om infanterie-eenheden naar de te bevrijden dorpen en steden in Midden en West-Brabant te brengen (o.m. Den Bosch, Tilburg en Breda). Wegens de grote successen van het Squadron werd besloten om nóg een squadron op te richten, zodat er een Regiment ontstond, met wel 100 carriers. De feitelijke oprichting en reorganisatie vond plaats in Tilburg, vanaf 01 november tot eind december. Het was voor de kangoeroes een periode van rust, onderhoud en vertier!

In de maanden januari tot maart van 1945 nam het Regiment Kangoeroes deel aan de hevigste gevechten in Limburg en Duitsland, tot de vijand was teruggedreven over de Rijn. Daarbij leden de kangoeroes ook de meeste verliezen. In de weken daarna volgden nog vele succesvolle acties in de laatste fase van de oorlog: de bevrijding van Oost- en Noord-Nederland. Ook daar werden de Duitsers teruggedreven in eigen land. De laatste lift-actie van de kangoeroes eindigde in de buurt van Oldenburg en wel op 5 mei.

Half mei verplaatste het Regiment naar Enschede. In het oorlogsdagboek staat te lezen: “With all ranks thankful that the War is over.” Het Regiment telde 17 gesneuvelde Canadezen en 71 raakten gewond.

In juni werd het Regiment ontmanteld en ontbonden, dat betekent dat het ophield te bestaan. De leden van het voormalige Regiment meldden zich weer bij hun oorspronkelijke eenheden, in afwachting van hun repatriëring naar Canada.

De frustratie van de kangoeroeveteranen is dat hun Regiment niet erkend wordt in Canada: het is opgericht en ontbonden buiten Canada, als een gelegenheidseenheid. Nergens vonden de Kangoeroe-Canadezen een plek om te herinneren en te gedenken. De Canadese Veteranen kwamen in contact met leden van de Millse Stichting Sporen van de Oorlog die graag bereid waren om gezamenlijk tot een herdenkings- en bevrijdingsmonument in Mill te komen. Een oude Shermantank in Mill werd geruild tegen een originele kangoeroe-carrier die uit Engeland werd gehaald. In 1995 vond de onthulling van ‘tank’ en plaquette plaats. In 2005 werd die plaquette vervangen door een uitgebreidere plaquette – door veteranen meegenomen uit Canada – met vermelding van de namen van gesneuvelde Canadezen en belangrijkste plaatsen van de gevechten, de zogenaamde ‘battle honors’. Vele veteranen en familieleden uit Canada zijn de jaren daarna in Mill geweest voor een bezoek aan dit bijzondere en unieke monument.

Het kangoeroeconcept – de kwetsbare infanterie beschermd onder pantser naar het doel brengen – is na de Tweede Wereldoorlog overgenomen door alle moderne legereenheden in de hele wereld. Ook het Nederlandse leger heeft sinds de medio jaren ’60 gepantserde infanterie(rups)voertuigen. Nu worden ze gebruikt in Mali en recentelijk in Afghanistan, deels met versterkte onderzijde, om ook bestand te zijn tegen bermbommen.

Dit is de geschiedenis van het kangoeroeregiment die maandag in het gemeentehuis is verteld aan het Canadese gezelschap. Daarna is een bezoek gebracht aan ‘de tank’. Hier waren leden van de stichting Sporen van de Oorlog aanwezig om aan de hoge gast nog meer uitleg te geven over de historie van de tank en het onderhoudsprogramma waar ze aan werken, om ook toekomstige generaties Canadese veteranen en familie een tastbare plek te bieden voor herinnering en herdenking.

Wabe Braam

Informatie bij foto
De Canadese kangoeroetank met Canadese vlag in top ter gelegenheid van het bezoek van de Militair Attaché van Canada in ons land.
Canadese bezoekers en leden van de Stichting Sporen van de Oorlog Mill en van het Comité 4 en 5 mei van de gemeente (van links naar rechts): Rob Berends, Theo Peters, Willy Sweens, burgemeester Walraven, colonel Young en echtgenote, sergeant Wiseman (Can.), Pieter Verstraaten, Wabe Braam en echtgenote en Maarten Dekkers (Vrijheidsmuseum Groesbeek).