Amerika is een tot op het bot verdeeld land. Aan de ene kant heb je conservatieve Trump-stemmers die voornamelijk op het platteland of in kleinere dorpen en steden wonen.
Op de politieke landkaart van Amerika worden deze gebieden aangeduid met de kleur rood. De andere kant van het land bestaat uit progressievere democraten die bijna altijd in de grotere steden verblijven. Deze plekken worden op de landkaart dan weer aangeduid met de kleur blauw.
Enkele weken geleden zijn mijn vrouw en ik met de auto naar mijn schoonfamilie gereden in Kansas. Kansas, een donkerrode staat, bevindt zich precies in het midden van Amerika, in de voormalige uitgestrekte prairie. Tijdens het begin van onze reis zagen we nog overal Joe Biden-borden langs de weg en in de voortuinen staan. Zodra we de Washington-agglomeratie (een blauw gebied) verlieten veranderde het politieke landschap al snel. De Biden-borden werden in razend tempo ingewisseld voor Trump-posters. In Washington draagt iedereen tegenwoordig een mondkapje vanwege het coronavirus, maar onderweg tijdens een tankbeurt of een lunchpauze kwamen we net zoveel mondkapjes tegen als dat men zwaluwen in Januari ziet. Zelfs het personeel van de camping op het platteland van de rode staat Indiana, waar we een nachtje verbleven aangezien het een rit van 17 uur was, droeg geen mondkapje. Meerdere malen kwamen we onderweg geparkeerde tractoren tegen die louter als uithangbord functioneerde voor grote Trump-spandoeken. Na een poosje tuffen kwamen we aan in de geboorteplaats van mijn vrouw, een blauwe oase in de rode woestijn. De mondkapjes en Biden-borden keerden snel terug in het straatbeeld.
Eenmaal terug in Washington DC zagen we dat de stad zich volop aan het voorbereiden was op verkiezingsdag. Winkels en bedrijven in de wijde omgeving timmerden hun deuren en ramen dicht. De kans op onrust, rellen, en plunderingen was namelijk aanzienlijk groot. De week voor de verkiezingen leek wel een maand te duren maar uiteindelijk arriveerde de langverwachte dag dan toch.
Dit jaar mocht ik voor het eerst mijn stem uitbrengen op een presidentskandidaat. De keuze was niet reuze en dus erg snel gemaakt. Tijdens dit verkiezingsseizoen waren er drie stemopties; ouderwets naar de stembus gaan, je stembiljet opsturen per post, of het formuliertje afleveren bij een speciaal daarvoor bestemde straatbrievenbus. Ik koos voor de laatste mogelijkheid zoals op de foto duidelijk te zien is. Op deze manier hoefde ik namelijk niet in de rij te bivakkeren tijdens een alsmaar voortdurende pandemie en stemmen per post lag op dat moment al zwaar onder vuur van de Republikeinen.
Aangezien het een lange verkiezingsnacht zou worden had ik alvast een snipperdag opgenomen voor de dag erna. Die avond zaten wij, net als 57 miljoen andere Amerikanen, aan de televisie gekluisterd. Ik was zelden zo zenuwachtig, laat staan voor een politieke gebeurtenis. De belangen waren natuurlijk ook nog nooit zo groot. Na vier jaar dagelijkse Twitter-terreur, leugens, racisme, onversneden haat, corruptie, en nepotisme stond Amerika eindelijk weer aan de wieg van een nieuw democratisch begin. De kans was echter ook zeer aanwezig dat Amerika verder zou degraderen tot een ware bananenrepubliek. De uitslag liet helaas veel langer op zich wachten dan gepland vanwege het hoge aantal uitgebrachte poststemmen. De dagen erna zaten vol spanning en de televisie stond bij ons dag en nacht aan. Gelukkig bleven de gevreesde rellen en grootschalige onrusten tijdens deze periode uit. Toen we vorige week zaterdag een blokje om gingen hoorden we opeens overal getoeter van auto’s, geschreeuw, en zingende mensen. Mijn vrouw keek snel op haar mobiel en die ontplofte in een mum van tijd met nieuwsberichten dat Trump had verloren. Het lange wachten werd eindelijk beloond. Op iedere straathoek braken spontane vieringen uit, vaak met Champagne, confetti, en vlaggen. De feestvreugde was enorm. De bevrijding was eindelijk hier!
Tom de Man, voormalig inwoner Langenboom en nu wonende in Washington DC