Auteur Henry Kuppen - 26 april, het is een mooie voorjaarsavond maar nog steeds fris, ik geniet van de zon die schijnt aan de Beerseweg in Mill. Terwijl ik naar de buren wandel om de krant in de bus te stoppen hoor ik voor het eerst dit seizoen de koekoek. Aha, het voorjaar komt eraan, dan zal het snel lekker weer worden. In onze rietgedekte woonboerderij steek ik het vuur in de kachel aan zodat het vanavond lekker warm in huis is. Het is een lang koud voorjaar en daarom loopt de kachelstook langer door dan we gewend zijn. ‘Di zal wel de latste mand hout van het seizoen worre’ zeg ik tegen mijn vrouw Nel als ik een paar klossen op het eerste vuur leg zodra deze lekker brand. Ik loop naar mijn hobbyruimte, de stal en zet daar de staldeuren open, vanavond ga ik met mijn beeldhouwwerken verder die ik aan het maken ben voor de kunstroute die 5 mei in Mill begint. Op mijn gemak schuur ik de houten smileys die ik aan het maken ben zodat ze de laatste lagen verf kunnen krijgen. Maar wat als een mooie voorjaarsavond begon, eindigt in een ellendige nachtmerrie.

Het valt wel mee

Nog maar net bezig komt onze buurvrouw Tonnie naar me toe, ze wandelt veel en het valt haar op naarmate ze dichter bij de woning komt dat er veel rook bij de schoorsteen vandaan komt. ‘Wa bendu an het doen? Het rokt me toch buuten!’ zegt Tonnie terwijl ik in de staldeur opening de houten schijven sta te schuren. ‘Ooh ik heb de kachel net angestokt’ zeg ik en loop rustig met Tonnie over de weg langs de stal op. Meteen zie ik de overmatige rookontwikkeling én vlammetjes die over een oppervlakte van een kwart vierkante meter op het riet dansen tegen de schoorsteen aan! Ik ren direct terug, zie Nel die net de stal in komt lopen, NEL BRAND 112 BELLEN!

Ik pak de brandslang in de stal en weet dat ik hiermee het riet bij de schoorsteen kan bereiken, in het verleden heb ik dit immers al eens geprobeerd, fysieke en mentale training is de helft van de oplossing in mijn opinie. Ik blus zonder problemen direct de kleine dansende vlammetjes. Nou, denk ik nog, daar ben ik me even door het oog van de naald gekropen. Ik zie nog wel een kokertje rook uit een duimdik gat komen tussen schoorsteen en riet. Hmm, dan moet ik daar nog maar de waterstraal ophouden want de rook blijft maar komen als ik even niet sproei. Tonnie wandelt naar huis en ondertussen komt Nel naar buiten. ‘Tjonge hai ik dor de brandweer vur moeten bellen’ zegt Nel die zojuist met de nodige kabaal en emotie de 112 telefoniste uitgelegd heeft dat Mill een plaats is onder Nijmegen en niets met gebrekkig Nederlands te maken heeft. De rook die eruit komt bevalt me niet dus het is goed als de brandweer daar toch nog even naar kijkt. Ondertussen blijf ik op het rookkanaaltje mijn waterstraal richten. De man van Tonnie, buurman Theo komt eraan. Ik vraag hem even aan de andere kant te kijken of daar rook te zien is, dat blijkt niet het geval. Op mijn horloge schat ik in dat het nu minder dan 5 minuten na de melding is. Daar komt brandweerman Johan aan, in burger met zijn eigen auto, altijd strijd bij de brandweer wie er het eerste is dus deze keer heeft Johan de beker. De brandweer zal zo wel komen zegt Johan en kijkt rustig hoe ik de hoek van de schoorsteen nat sta te maken. Als eerste komt de politie aan die direct de auto dwars over de weg zet voorbij onze woning. De aankomende auto’s stoppen maar gaan eigenlijk meteen het fietspad op om toch maar weer te kunnen passeren, vreemd gedrag wat mensen hebben maar goed. De brandweer komt met luide sirenes aan en de hele ploeg begint meteen gestructureerd voor te bereiden. Herman vraagt me wat er gebeurd is en besluit snel. Wij gaan het dak op zegt hij, ga jij met Bas en Henk naar binnen. Bas en Henk hebben een temperatuursensor bij, ik laat zien waar de schoorsteen zich in huis bevindt en we lopen via de stal naar binnen en naar boven. Nel had al een emmer water in de kachel gegooid dus die was niet warm meer. Boven willen Bas en Henk op het zoldertje meten dus als ik een huishoudtrapje beneden gehaald heb dan kunnen ze daar ook bij. Sterk analyserend maar wel in alle rust wordt gemeten en ook ik denk nog steeds dat het allemaal wel meevalt.

Waar zit het vuur

Buiten terug bij Herman met Ralf naast zich even kijken wat ze daar ontdekt hebben. Er zit wat onder je riet dus we zullen het dak daar open moeten maken zegt Herman schuldbewust omdat dit betekent dat ze ons rieten dak een stukje kapot moeten maken. Tja, daar ben ik niet blij mee maar wat nodig is moet je doen. Denk je dat ik spullen uit huis moet halen, vraag ik? Wacht maar even is het advies. Ik ga naar binnen en zeg tegen Nel haal in ieder geval de harddisks uit huis want daar staan onze foto’s op.

Ik loop vooral tussen Bas en Henk binnen en Herman en zijn collega’s buiten op en neer. Er komen steeds meer brandweer auto’s aan en dan krijg ik het sein om toch maar wat kostbaarheden veilig te stellen. Ik wenk naar buurman Theo en we gaan samen spullen eruit dragen. Ik kom binnen en baal als ik zie dat er een natte plek naast de schoorsteenmantel ontstaat, verdorie dat wordt herstelwerk denk ik nog. Nel is ook al bezig en loopt met de computer en schilderijen naar buiten. Waar leg je nu de prioriteiten? Ik merk al snel dat mijn mooiste beeldhouwwerken en schilderijen die aan de muur hangen me het meeste dierbaar zijn dus die gaan er als eerste uit. Ondertussen begint het hier en daar door het plafond heen te druppelen. De tijd gaat door, we lopen in en uit, er komt steeds meer hulp bij en achteraf besef ik me dat de hele buurt bezig is om spullen uit huis te halen en ondertussen begint het in huis letterlijk steeds meer uit de plafonds te regenen. Ik loop nog regelmatig naar de weg daar is inmiddels ook Officier Van Dienst (OVD) Frank aanwezig welke de gehele coördinatie op zich neemt. Frank zegt dat een speciale rietploeg uit Utrecht onderweg is en dat er een kraan met sorteergrijper is besteld die het riet weg kan halen en van het dak kan plukken. Frank probeert samen met een collega bij me te achterhalen hoe de constructie rondom de schoorsteen is opgebouwd. Tja, dat is in 1997 bij onze grote renovatie gemaakt dus daar laat mijn geheugen me wat in de steek maar een aantal loze ruimtes rondom de schoorsteen kan ik wel duiden. Het wordt op een bord uitgetekend. De loze ruimtes zijn veelal niet bereikbaar omdat deze zijn afgetimmerd. Van binnenuit zal geprobeerd worden om deze te bereiken omdat het vuur zich onder het riet bevindt.

Waardevolle spullen eruit

Het gaat meer en meer roken en er komt steeds meer brandweer bij. Ook de hoogwerker van Grave is gearriveerd. Hup weer terug naar binnen om te kijken wat ik er weer uit kan halen. Ik zie buurman Bart en Theo met een retrokastje naar buiten lopen. Breng die maar terug grap ik nog. Dit was namelijk zo’n kastje wat nooit heel veel aan mijn levensgeluk heeft bijgedragen. Ik zie ook mijn broer Theo en zijn dochter Lita met spullen lopen. Ook de hele familie Lange, Petra en Andres lopen volop met spullen op en neer. Bart zit binnen videobanden in te laden van oude Disney film en ik sta met dingen in mijn hand waarvan ik denk tja is dit nou echt belangrijk? Ondertussen is het binnen gaan stortregenen en wordt het te gevaarlijk om nog spullen veilig te stellen. De nokvorsten worden van het dak geslagen om bij het vuur te kunnen en dat is het moment dat we moeten stoppen met het uitdragen van spullen. De tuin staat vol met ons interieur, ook op de oprit liggen allemaal spullen uit huis en de rieten kap rookt meer en meer. We gaan de spullen maar naar achter dragen want gelukkig staat daar nog de grote loods waarin we de huisraad ver van het gevaar kunnen plaatsen.

Bereid je erop voor dat het kan afbranden

De rietploegen zijn gearriveerd en deze zijn op het dak bezig om in handkracht zoveel mogelijk het riet eraf te halen. Aan de wegzijde gaat dit vlot en hapt de kraan met sorteergrijper het riet snel weg, er is nog een rupskraan bijgekomen die het riet op het land van boer Tijn op een hoop zet. Maar aan de tuinzijde gaat het niet zo makkelijk en net daar is het meeste vuur. Er staan aan de tuinzijde drie mannen in het riet met handkracht plukken riet eraf te trekken. Met regelmaat komen de vlammen eruit en dan word vanaf het dak, vanuit de hoogwerker die erboven hangt en beide zijden van het dak in de gaten houdt, of vanaf de grond het vuur geblust. Het is knetterhard werken voor deze mannen en vrouwen want ze staan niet rustig met een nijptang de binddraden door te knippen nee het is gewoon met brute kracht trekken aan zoveel mogelijk riet. OVD Frank komt bij Nel en mij en speelt open kaart. Als we het niet onder controle kunnen houden dan zullen we de brandweermensen uit de woning en van het dak halen en zullen we het laten uitbranden. Nog steeds zijn we hier redelijk rustig onder en zie ik dat met man en macht gewerkt wordt, wat kan ik hier tegenin brengen? Er zijn 10 korpsen, uit Mill, Cuijk, Wanroij, Sint Anthonis, Zeeland, Oss, Erp, Elst, Cothen en Werkhoven. Er ligt een slang van 15 cm vanaf de beek de Raam aan de Achterdijk naar ons huis. Er zijn 4 tankautospuiten, 1 waterwagen, 2 grootwatertransport wagens, 1 hoogwerker, 3 rietploegen, 1 adviseur gevaarlijke stoffen, 1 officier van dienst, 1 ademluchtcontainer en 1 verzorgingscontainer met totaal 62 super gemotiveerde mannen en vrouwen bezig om de brand onder controle te krijgen. Dit zijn mensen die vrijwillig ervoor kiezen om dag en nacht klaar te staan, en iedere week oefenen om dit soort hulpverlening voor mensen uit te kunnen voeren. Daarbij de nodige politie om het verkeer in goede banen te leiden. Ik ervaar een gigantische inzet en besef dat ik alle vertrouwen heb in de professionele aanpak van de brandweer en hoop samen met hen het beste ervan. Meer kunnen we nu niet doen.

Brand meester

Nel en ik staan, samen met de mensen die geholpen hebben spullen te sjouwen, vanaf onze tuinzijde te kijken, in de omgeving hebben zich ook veel mensen verzameld maar worden door de politie op afstand gehouden. In de berm staat fotograaf Marco, ik snap dat dit interessant is om te fotograferen, ik probeer het niet als leedvermaak te ervaren want zijn we zelf ook niet wel eens naar een brand gereden die we aan de andere kant van het dorp zagen? De Vissteeg en Kromme Dijk staan vol met auto’s en kijkende mensen, ik weet niet hoe spectaculair dit ervaren is maar het is vooral rook, veel rook wat er te zien is. Later hoor ik dat om 22.00 uur de straten weer leeg waren want dit was de één na laatste avondklok nacht.
Het is spannend, ik zie vuur vóór de rietploeg die riet van het dak wegtrekken maar ook onder ze. Ik schrik als ik het nu ook achter ze zie branden, op drie plekken rondom de rietploegen ontstaat vuur. Maar bam, bam, bam daar staan aan iedere zijde van het huis wel 3 brandweerslangen gereed die meteen de individuele brandhaarden blussen. En de rietploeg die ploetert door. De tijd weet ik niet maar het zal na 23.00 uur zijn dat het sein brand meester komt en het gevaar voor afbranden is geweken. Zijn we dan blij? Nee, waarmee ik niet wil zeggen dat ik liever had dat het afgebrand was, nee zeker niet maar met het oog op een verwoeste woning denk je niet in termen van blij of geluk hebben gehad.

Hulp

Een Salvage coördinator meldt zich al tijdens de brand, deze wordt opgeroepen door de brandweer en ingezet door de verzekeraars en vraagt of je slaapplek hebt en heel praktisch of er medicijnen zijn die ontbreken. Wat zijn we blij met alle mensen die geholpen hebben. Iedereen biedt hulp aan en we kunnen bij de overburen Bart en Kirsten slapen. Wat een goed gevoel om te weten dat zoveel mensen met je meeleven. De Salvage coördinator heeft een schoonmaak bedrijf ingeschakeld die met 8 mensen om 02.00 uur aankomen en ergere schade proberen te voorkomen. Ik zeg nog schoonmaakteam is dat niet wat overdreven want er is wat meer te doen dan schoonmaken? Nee het schoonmaak team zal vooral proberen meer schade te voorkomen. Ik word door de Salvage coördinator de woning mee ingenomen. Zal ik Nel ook even meevragen zeg ik nog. Nee zegt hij doe dat maar niet ga maar eerst zelf met ons mee. Wat ik zie is een grote nachtmerrie, alles is zeiknat, de vloeren in de benedenruimtes staan onder water. De kelder staat tot aan de eerste trede water in. Het Aga fornuis in de iepenhouten keuken staat vol met water. Onze Engelse bibliotheek kamer met eikenboekenkast, de opkamer met beuken bedsteekast, de oude eiken vloeren en lambrizeringen alles, alles is zeik en zeik nat en doorweekt met roetwater. We gaan naar boven en het wordt alleen maar erger. Hier is geprobeerd van binnenuit te blussen en is het vuur door het dak heen gevreten. Het meest dramatische beeld is ons bed met kleren de tv erover met een paar historische poppen eronder en daaroverheen verbrand riet en hout. Ik sta hier in de buitenlucht en kijk zo op het verwoeste dak. Dit doet zeer, ons levenswerk wat we eigenhandig hebben opgebouwd is verwoest, we zijn in onze eigen nachtmerrie terecht gekomen.

Het vervolg

Het komt goed, we gaan zo snel mogelijk een woonunit plaatsen zodat we weer terug kunnen naar onze eigen plek. We hebben bij Bart en Kirsten mogen slapen en de eerste dag heb ik nog kunnen zeggen dat ik een van de weinigen ben die kan zeggen dat hij in de onderbroek van de buurman loopt. We wonen nu tijdelijk bij onze vrienden Aloys en Marie-Jose in Haps. Forensisch onderzoek heeft uitgewezen dat de schoorsteen en kachelstook uitgesloten worden als oorzaak, de oorzaak ligt in de elektrische installatie. Het was dus geen schoorsteenbrand. Brand bij een schoorsteen is overigens iets anders dan een schoorsteenbrand. Schoorsteenbranden zijn veelal voorbehouden aan degenen die de term allesbrander iets te letterlijk nemen.

Het zal lang duren om alles weer in de staat te brengen van hetgeen ons huis was. Maar als de Notre Dame herbouwd kan worden dan is de herbouw van ons huis een peulenschilletje. Het thuis gevoel wordt gevormd door herinneringen, daar is een hele stevige herinnering bijgekomen. Spullen zijn te vervangen en we zijn kritisch genoeg om de details die we in de jaren aangebracht hebben precies zo weer terug te laten bouwen. Ook hier gaat een einde aan komen en daarmee is de eerste dag na de brand het begin van het einde aan deze nachtmerrie.