Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten de procedure tot het komen van een bestemmingsplan ‘Verbrede reikwijdte De Kuilen’ niet te continueren. Daarmee is feitelijk het pilotproject afgerond. De opgedane ervaring wordt meegenomen naar de invoering van de Omgevingswet, naar verwachting 1 januari 2023.

Voorgeschiedenis

De raad van de voormalige gemeente Mill en Sint Hubert vroeg in 2019 om een pilot Omgevings-plan op te stellen om te experimenteren met ruimtelijke ontwikkelingen, vooruitlopend op de invoering van de Omgevingswet. Daarbij koos men voor de omgeving van De Kuilen. Er is daar sprake van een gebied met een bredere thematiek. Er werd een plan opgesteld dat in feite een consoliderend plan is. Voor het gehele gebied worden bestaande natuurwaarden beschermd. Het plan kent echter ook twee ontwikkellocaties; een bedrijfslocatie (Langenboomseweg) en een intensieve veehouderij (Zwaluwstraat). Op beide locaties is in principe ruimte voor woningbouw.

Inzage

Op het voorontwerpbestemmingsplan ‘Verbrede reikwijdte De Kuilen’ werden 96 reacties ingediend. Die hadden vooral betrekking op een initiatief voor een camping met horeca op het voormalige motorcrossterrein, een initiatief dat overigens nog niet verder uitgewerkt is en dat ook geen onderdeel uitmaakt van het plan. N.a.v. de reacties is het ontwerpplan op diverse punten gewijzigd. Toch werden bij de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan nog 39 zienswijzen ingediend.

Land van Cuijk

De raad van de voormalige gemeente kwam niet meer toe aan besluitvorming en verwees door naar de gemeenteraad van Land van Cuijk. Het college heeft nu echter besloten te stoppen met de procedure.

Wethouder Mark Janssen: “In de beeldvorming zijn dit bestemmingsplan en het camping-initiatief aan elkaar gekoppeld maar dat is niet zo. Er was onduidelijkheid en om helderheid te scheppen, ronden we dit proces van deze pilot nu op deze manier af. Het is goed dat we ervaringen hebben opgedaan met de werkwijzen richting de nieuwe omgevingswet.

Het besluit heeft voor de twee hiervoor genoemde ontwikkellocaties – en eventuele andere ontwikkelingen in het gebied – tot gevolg dat een reguliere bestemmingsplanprocedure moet worden doorlopen, inclusief de bijbehorende inspraakprocedures.