‘Van de grens komen zeer verontrustende berichten binnen. weest dus zeer op uw hoede’. Het is 9 mei 20:45 uur, het Algemeen Hoofdkwartier is doordrongen van een oorlog met het oostelijk buurland, Nazi-Duitsland.

Mill, 9 mei 1940 de spanning is te snijden. De afgelopen periode is een verontrustende troepenopbouw net over de oostelijke grens door verscheidene burgers waargenomen. In het Reichswald staan grote concentraties aan manschappen, paarden en (gepantserde) voertuigen te wachten. Zou het dan toch? Nee toch?!

De Peel-Raamstelling loopt dwars door het dorpje Mill, een linie om een eventuele agressor uit het oosten (langdurig) op te houden. De linie is bij Mill en omgeving toebedeeld aan militairen van het 3de en 6de regiment infanterie. Recent is daar ook nog een afdeling artillerie aan toegevoegd. Met archaïsche artilleriestukken, maar met de juiste kennis bruikbare middelen.

Één van die militairen in Mill is de dienstplichtig soldaat Dirk Maarten Gerrit Buijense, mijn grootvader. Ingelijfd op 24 oktober 1938 bij het 3de Regiment Infanterie ‘Menno van Coehoorn’, in Bergen op Zoom. Uit verhalen van mijn grootvader komt een diensttijd naar voren die gekenmerkt werd door kameraadschap, gezelligheid en goed (maar eenzijdig) eten. Opgeleid om een Pantser-afweergeschut (Böhler 4,7 cm) te bedienen. Een wapen dat, naar later zou blijken, effectief was. Opgeleid, geplaatst en de diensttijd van mijn grootvader vorderde. Maar, wat hij niet kon bevroeden was dat zijn diensttijd eindige in krijgsgevangenschap, ver van huis en haard. De situatie in Europa steeg naar een kookpunt en op die 9de mei 1940 was zijn plek in de stellingen bij Mill. Onder leiding van majoor Netze was het dit bataljon dat de verdediging moest voeren tegen een eventuele aanval in het hart van het dorp. In de veronderstelling dat de kameraden van het 2de en 3de bataljon de stellingen verder zouden bemannen was het vertrouwen bij de mannen van 1ste bataljon groot. De linie was degelijk, het volledige 3de Legerkorps was ontplooid én de Lichte Divisie was als mobiele reserve in de omgeving paraat een kleine 20.000 man in totaal. Een aanval op deze linie uitgerust met kazematten, mitrailleurs en een barrière van water? Die slaan wij af, dat is een uitgemaakte zaak.

Maar, was dat de realiteit? Generaal Reijnders had als opperbevelhebber deze tactiek verordineerd in ‘concentratie blauw’, zijn opvolger (generaal Winkelman) voelde echter niets voor een vasthoudend gevecht in Noord-Brabant. De geconcentreerde troepen zouden in het hart van de defensie (Vesting Holland) beter tot haar recht komen. En zo geschiedde, onder strikte geheimhouding werd het 3de Legerkorps en de Lichte Divisie bij een eventuele inval teruggetrokken. Een scherm van verdedigers werd in de Peel-Raamstelling achtergelaten. Van elke regiment één bataljon. Het commando lag bij de ‘Peeldivisie’ onder de directieven van kolonel Schmidt.

10 mei, 03:55 uur de (on)verwachte aanval was een feit. In de Peel-Raamstelling werden de doffe dreunen van het opblazen van spoor-en verkeersbruggen aan de Maas gehoord. Aan de rivier de Maas en het Maas-Waalkanaal waren reeds zware gevechten gaande. Mook, Malden en Heumen spreken tot de verbeelding. Maar, wat was er gaande in Mill? Dwars door de Peel-Raamstelling liep het ‘Duitse lijntje’. Een spoorlijn die, hoe kan het ook anders, Nederland met Duitsland verbond. Een spoorlijn die op de vroege uren geen trein liet zien, maar op die vroege 10de mei stoomde er 2 treinen dwars door de linie. Klopt dat wel? Hebben wij zulke treinen? Het zijn Duitsers! Hoe kan dit? Een aanval in de rug volgt. De situatie leek op dat moment hopeloos, overal waren Duitse militairen. Én verdraaid, waar zijn de mannen van het 2de en 3de?

‘De sergeant kwam en die zei: ‘jongens, het is al afgelopen, we hebben ons overgegeven’. Deze zin werd altijd door mijn grootvader uitgesproken bij het bespreken van die gewraakte 10de mei. De slag bij Mill zou er nooit zijn geweest, want de wapens waren al gestrekt.

Klopte dat verhaal wel? Is dat de werkelijkheid? Nee, de Slag bij Mill was geen niemendalletje. Met het ontsluiten van archieven, publicaties en door noeste arbeid van menig betrokken geïnteresseerde komt het ware verhaal naar de oppervlakte. Een verhaal dat door feiten als een van de zwaarste gevechten van Nederlandse kant kan worden betiteld. Door grote troepenconcentraties, (dodelijke) slachtoffers en de grootschalige inzet van mitrailleurs, mortieren, granaten, artillerie en zelfs een luchtaanval.

Een gevecht dat in krachtsverhoudingen zwaar in het nadeel van de Nederlandse troepen uitviel, maar het gevecht werd aangegaan. (Dienstplichtig) soldaten, onderofficieren en officieren hebben in de vroege morgen van de 10de mei tot in de ochtend van de 11de mei 1940 met schaarse middelen een voorbeeldige verdediging gevoerd. Overgeven was geen optie, de verontwaardiging die deze rücksichtslose inval teweegbracht was groot. De burgerij die hartelijk en goed was voor de militairen, die een band had gesmeed kon niet zomaar losgelaten worden. Die burgerij, die gastvrij was kon niet in handen vallen van de oostelijk buur, overgeven? Dat nooit! Vechten, vechten en vechten op leven en dood, dat bleek wel uit het offer van sergeant Blokland.

Dit verhaal is altijd verzwegen, het bestond niet en al helemaal niet praten over het krijgsgevangenschap. Was dat er niet? Jawel, maar zwijgen is beter dan praten.

Het échte verhaal van mijn grootvader, ziek uit krijgsgevangenschap teruggekeerd is nooit verteld. De Grebbeberg was de aangewezen plek om over heroïek en moed te spreken. Mill, ach dat plaatsje? ‘De sergeant kwam en die zei: ‘jongens, het is al afgelopen, we hebben ons overgegeven’.

Mijn grootvader, dienstplichtig soldaat van 1ste bataljon van het 3de Regiment Infanterie ‘Menno van Coehoorn’, was wellicht geen held, maar wel mijn grootvader én hij was niet laf. Heeft hij (dood)geschoten? Ik zal het nooit weten. Dat neemt niet weg dat wij als generatie van het heden de plicht hebben om recht te doen aan de soldaten van toen.

Ik sluit af met de woorden van kornet Alting du Cloux (3de batterij 6-veld) die ik ergens las. Woorden die de slag bij Mill karakteriseren: ‘Vuile rotpruis, je krijgt mij nooit!’.

Maurice Buijense

Wandel en fietsroute

Meer weten en ter plaatse horen en zien wat zich hier rond 10 mei 1940 afspeelde? Ontdek Mill wijst u dan graag op 2 verschillende routes.
Er is een wandelroute waarbij op 12 plekken via een QR-code een verhaal te horen is. Start deze route bij het informatiebord bij de brug Hoogstraat / Langenboomseweg in Mill.
Zie ook https://www.ontdekmill.nl/bevrijding
Een andere route is geschikt om te fietsen.
Zie en download de fietsroute van Bezetting tot bevrijding op https://www.ontdekmill.nl/routes.