Hoewel er in 1939 al een bedreigende situatie bestond, konden veel burgers toch nog niet vermoeden wat hen een jaar later te wachten stond.

Hitler was al sinds 1933 in Duitsland aan de macht, de economische situatie was erbarmelijk en in november 1938 vond de Kristallnacht plaats, waarin de nazi’s in diverse Duitse steden vele Joden vermoordden en hun bezittingen vernielden.

De wereld stond aan de vooravond van een historische gebeurtenis met een immense impact op de gehele wereldbevolking. Ondanks de sociale onrust in ons hele land ging net zoals in alle andere dorpen ook in Mill het gewone dagelijkse leven zijn gangetje.

Burgemeester Jonkheer Mr. Carel van Nispen tot Sevenaer vertelde aan de Raad, dat er armoede onder sommige inwoners heerste en dat hun huisvesting onder de maat was. Ook kampte de gemeente met financiële tekorten. De kerken van onze parochies zaten er echter warmpjes bij. “De herders leidden hun schaapkens met wijsheid, zuinigheid en een groot geloof”.  De kerk in Mill was te klein geworden.  Er werden  2 zijkapellen aangebouwd en ondanks die uitgave was het kerkbestuur nog goed bij kas. Er bleek dus ruimte om maar liefst 5000 gulden te lenen aan Mill en ook aan St. Hubert. De gebeden van de burgemeester waren gehoord! 

De 5-jarige kleuters werden met redelijk harde hand klaar gestoomd voor het echte leven door de zusters Franciscanessen. Zuster Fabiana en zuster Bertha dreigden de dreumesen met de muizenkast. Als straf voor ongehoord gedrag werd menig deugniet opgesloten in de bezemkast tussen de bezems en de emmers. Ook voor de bouw van een nieuwe kleuterschool waren de financiën nog toereikend. Daarbij hoorde ook een onberispelijke kledij van de kleuters: lange mouwtjes, kousjes tot over de knie, broekspijpjes tot onder de knie en brandschone handjes. 

Het jaar 1939 was in Mill een jaar vol bouwnijverheid. Naast de uitbreiding van de kerk en de nieuwe kleuterschool werd er ook een nieuw consultatiebureau gebouwd, compleet met veldwachterswoning en arrestantenlokaal. De cellen onder de trappen van het oude raadhuis waren in gebruik genomen als werkruimtes voor de ambtenaren, want er werden steeds meer overheidstaken aan Mill toevertrouwd.

Ook in die tijd waren er gemeentelijke herindelingen. Er werden sprekers gevraagd, die de voor- en nadelen op een rijtje zetten, hetgeen tot felle discussies leidde. Van demonstreren was echter geen sprake en de inwoners van Mill gingen snel over tot de orde van de dag.

In 2 gezinnen werd het 15e kind geboren, op het Hoogveld en in de Schoolstraat. Mill telde destijds 4381 inwoners, 2267 mannen en 2114 vrouwen. 

Stoomzuivelfabriek St. Willibrordus verkocht voor 40.000 gulden aan pap, want al die monden moesten gevoed worden.

Mientje, die door moeder op pad werd gestuurd om bij Frans Keijzers aan de Wanroijseweg een mattenklopper te gaan kopen en dat ding achterop de fiets vervoerde, hoort bij Nelleke op de Molenheide smiespelen: ”Zoi die ok al bij de tennisclub zien?”.

Korfbalclub Mikado won de 2e prijs bij de Kalorama-mars, voetbalclub Juliana vierde het 20-jarig bestaan en in mei 1939 werd aan de Wanroijseweg de nieuwe tennisbaan geopend. De tennisclub kreeg de naam TOPIO: Tennisclub Opgericht in Oorlogstijd.

En het was allemaal in de krant te lezen. Bril verloren, been gebroken, van de kar gevallen. En als de ijverige correspondent van De Echo van het Land van Cuijk geen nieuws had, dan maakte hij het zelf.

Ondertussen voelde iedereen het aankomen, dat deze krant snel vol zou staan met minder leuk nieuws, want de eerste militairen werden al gemobiliseerd, omdat de strategische ligging van het dorp van belang was. In eerste instantie zorgden zij voor veel vertier en plezier.

Lees volgende week het tweede deel over “unnen aorigen tied” in Mill.

Bron: Henk van de Weem, foto Hermsen Fotografie