Een familiekroniek in 3 delen, deel 2. Naar vertellingen van Willy Sweens, bewerkt door Marja Verheijen.

Adriana en Sjaak konden bijna niet wachten tot hun droomhuis verwezenlijkt was. Bijna elke avond wandelden de twee geliefden om de bouw en de vorderingen te bekijken. Alles verliep naar wens en ze waren dolgelukkig. Het huis werd opgeleverd op 1 augustus 1912 en de Stationsstraat in Mill was weer een prachtig huis rijker in de stijl van een heus landhuis. Nadat Sjaak en Adriana hun intrek genomen hadden en er een knus en gezellig huis van hadden gemaakt, vlogen de jaren voorbij. 

Het echtpaar bleef helaas kinderloos, waar ze veel verdriet van hadden. Daarom wilde Adriana toch wel iets om handen hebben en ze begon een tabakswinkel. De voordeur werd de winkeldeur en de ingang naar haar winkeltje was via de eerste deur links, die vanaf nu altijd open stond om de klanten te verwelkomen. De zaken verliepen voortreffelijk en Adriana was gelukkig, dat ze zin had kunnen geven aan haar leven, zo zonder gezinsuitbreiding.

Het jonge echtpaar had samen een goed inkomen en Sjaak kocht een nieuw huis aan de Spoorstraat nummer 7, dat hij ging verhuren. Het zou niet zijn laatste investering zijn.

In de twintiger jaren van de 20e eeuw deed de fiets zijn opmars en Sjaak kreeg het idee om een fietsenzaak te beginnen. Adriana zou haar neef Adriaan van de Burgt uit Boxtel vragen om de nieuwe zaak te gaan beheren. Adriaan was een zoon van haar zwager Adrianus van de Burgt en haar zus Anna van de Wiel en was toen, in het jaar 1928, slechts 15 jaar oud. De jonge knaap zou eerst meehelpen met het verbouwen en inrichten van de winkel, daarna was hij verantwoordelijk voor de in- en verkoop van de fietsen en de reparaties ervan. De ouders van de jonge Adriaan waren erg blij met de nieuwe baan van hun zoon.

Er moest veel gebeuren. De sigarenwinkel werd verplaatst naar de keuken, die op zijn beurt nieuw gebouwd werd op de plek, waar de bijkeuken en het varkenshok gesitueerd waren. Aan de achterkant van het pand werd een nieuwe bijkeuken en een werkplaats voor de reparatie van de fietsen gebouwd. De nieuwe fietsenwinkel kwam in de ruimte, waar voorheen de sigarenwinkel was. Het etalageraam werd vergroot, zodat ze met trots hun fietsen konden etaleren. Om de etalage een chique uitstraling te geven werd het raam afgewerkt  met geglazuurde tegeltjes en boven het etalageraam kwamen 8 glas-in-lood raampjes in Jugendstil. Met voortvarendheid en groot enthousiasme werd het vele werk aangepakt en in 1929 werd fietsenzaak W.J. Jansen in Mill geopend. Het meest trots was misschien wel Adriaan van de Burgt, die al op jeugdige leeftijd de moderne rijwielzaak ging bemannen.

De fietsenwinkel was een groot succes en al in 1932 werd de werkplaats vergroot en kwam er een showroom met kelder. Ook werd er een serre aangebouwd om na een dag noeste arbeid nog te kunnen genieten in het avondzonnetje. Verder werd de garage verwezenlijkt, die ze al bij de eerste bouwtekening hadden ingepland. Ook was er nog ruimte voor een groot kippenhok met ren en konden Sjaak en Adriana elke dag genieten van een vers eitje.

Sjaak en Adriana waren een ondernemend stel en hun grote wens was om een hotel te starten. Dus ze staken de koppen bij elkaar om nieuwe plannen te maken.

Lees volgende week hoe het verder verloopt met de nieuwe toekomstplannen van Sjaak en Adriana en ook hoe tijdens de dreigende situatie aan het eind van de dertiger jaren Sjaak een groot verdriet treft.

Foto: Hermsen Fotografie