Elk dorp heeft er wel één of meerdere: de markante dorpsbewoner, die door zijn karakteristieke uiterlijk en/of merkwaardige gedrag binnen de dorpsgemeenschap opvalt.

Het volgende verhaal is een verslag van de belevenissen van een politieman, alias Peter van de Kraaienberg en speelt zich af in de jaren na de Tweede Wereldoorlog.

Marietje Keijzers-Huggers woonde met haar man Antoon in De Meeren en zij stonden bekend als een uitzonderlijk vreemd stel. Vaak ging het tweetal op pad om te bedelen of om te stelen. Daarvoor hadden zij een oude versleten kinderwagen bij zich om het gestolen goed in te verbergen. Hun route verliep meestal van De Meeren naar de Wanroijse hei, waar nu recreatiepark De Bergen is gevestigd.

Ze woonden in een klein gebouwtje, wat in de oorlog gediend had als baken voor vliegveld Volkel.

Het voorste vertrek was een kleine woonkamer met daarin een potkacheltje, een tafel en een paar krakkemikkige stoelen. In de achterste ruimte was de slaapkamer gevestigd, waar op een hoop stro een vies matras en even zo vuile dekens lagen. Beide vertrekken hadden een vloer van zand, want de Duitsers hadden na hun vertrek alle plavuizen eruit gesloopt. 

Later trok Jan de Miechel ook nog bij het koppel in. Hij verkeerde in criminele kringen en had al een uitgebreid strafblad.

Marietje was regelmatig zwanger en heeft 5 kinderen gebaard, waarvan de verwekker niet altijd bekend was. Voor de grap zei ze dan, dat de notaris, de dierenarts of de smid weleens de vader zou kunnen zijn. Tegen de tijd, dat de bevalling zich bijna aankondigde, bracht ik Marietje altijd samen met een wijkverpleegster en een ambtenaar van de Kinderbescherming naar de Vroedvrouwenschool in Heerlen. Van te voren kreeg Marietje van wijkzuster Verbruggen een grondige wasbeurt in het Witgele Kruisgebouw. Na de bevalling werd het kindje ondergebracht in een pleeggezin, want Marietje was echt niet in staat om zelf voor het kindje te zorgen.

Op een dag moest ik een dagvaarding uitreiken aan Antoon Keijzers, maar ze lieten mij nooit binnen. Marietje was samen met Jan weer op boevenpad. Ik verstopte me in het bosperceel tegenover het huisje, dat eigendom was van Van Hout, totdat ik mijn kans schoon zag. Na een poos kwam Antoon naar buiten om de emmer met uitwerpselen te legen en hun niet ongevaarlijke hond liep aan een ketting zover mogelijk met hem mee. Ik rende snel naar het huisje en glipte de deur binnen, zodat ik Antoon later persoonlijk de dagvaarding kon overhandigen.

De driekoppige boevenbende stal alles wat ze maar te pakken konden krijgen: kammetjes, haarspelden, garen en lint, maar ook voedingsmiddelen, zoals kool, uien, wortels en aardappelen en zelfs kippen en konijnen. Ik heb weleens stiekem in hun kast gekeken en daar lagen roomboter en dure vleessnijwaren. Ook ging Marietje bij de Miechel achter op de fiets alle kerken in de omgeving af. Ze zullen best ooit offerblokken hebben gelicht, maar dat heb ik nooit kunnen bewijzen. Ze gingen dan op de voorste rij zitten om zogenaamd te bidden. Ze liet dan een aantal mooie missaals in haar boodschappentas glijden en eenmaal thuisgekomen scheurde ze de eerste bladzijde uit het misboek, omdat daar de naam van de eigenaar op stond. Daarna verkocht ze de kerkboeken door, totdat ze een keer gepakt werden, want dokter Verbeeck uit St. Anthonis had ook ergens in het midden zijn naam vermeld.

Van zo’n stelletje schurken had je in het dorp vaak veel last. De politie had het er druk mee, want naar al die kleine diefstallen moest onderzoek gedaan worden en de hele gang van zaken diende gerapporteerd te worden. Aan de andere kant brachten ze wel leven in de brouwerij en zorgden ze voor allerlei belevenissen van de dienstdoende politieman.

Maria Gerardina Petronella Huggers werd op 5 januari 1910 geboren en is op 25 april 1973 overleden. Antoon was nogal wat ouder en was van 8 oktober 1884 en overleed op 28 maart 1957. 

Bron: De Dorps Courant, bewerkt door Marja Verheijen.

Neem ook een kijkje op www.myllesheem.nl.