Een nieuw jaar is begonnen, 1922, bijna 4 jaar na afloop van de Eerste Wereldoorlog. In het vorige deel schreven we, dat het niet helemaal duidelijk is hoe vaak Eugenie en haar zusje Emma in Nederland zijn geweest en hoe lang ze er dan verbleven.

In de brief van 27 maart 1922 schrijft vader Edgar, dat “de kleine Eugenie nu al 8 maanden van ons heen is” en dat ze ook Emma geschreven hebben, dat ze weer naar huis moeten komen. Ze vragen Martinus en Wilhelmina Klomp de naam op haar rugzak te schrijven en haar te waarschuwen, dat ze goed oppast in de trein, zodat haar niets overkomt. Zij zullen hen in Wenen van de trein halen, zodat het gezin weer na zo’n lange tijd herenigd kan worden. Een week later schrijven de vader en de moeder van Eugenie, dat ze het niet verkeerd bedoelden, dat ze er zo op aandrongen, dat Eugenie weer naar huis moet komen. Ze missen de meisjes ontzettend, maar “als de kinderen graag in Holland willen blijven en u, lieve heer Klomp hen nog wil houden, dan kunnen ze wel tot de zomer in Holland blijven, want in Wenen zullen ze honger moeten lijden”. Vader en moeder Boré vrezen, dat de kleine Eugenie nu wel helemaal Hollands zal zijn en geen Weens meer zal kunnen spreken. 

Op 3 mei 1922 zijn Eugenie en Emma om 11 uur in de ochtend door hun ouders in Wenen van de trein gehaald. Eugenie is dik geworden, constateren zij. Ze bedanken voor de eieren, het vlees en de krentenmik. Verder zijn ze blij met het geld en de lap stof, die Eugenie ook meegekregen heeft. Daar laten ze voor haar een mooie jurk van maken. Eugenie heeft in de eerste weken heimwee naar Nederland en ze moet veel huilen. Ze vraagt steeds naar Gina en Marie, de twee tantes van Peter. Ze spreekt veel Nederlands en is de Duitse taal niet echt meer machtig.

Dan is er een vreemd schrijven. Volgens Emma zou de familie Klomp een lelijke brief uit Wenen hebben ontvangen, waarin staat vermeld, dat vader Edgar in het gekkenhuis verblijft. Dit is echter niet waar, schrijft moeder. Vader was in het ziekenhuis en Julie zou graag de brief willen ontvangen om deze te kunnen lezen. 

Met enige regelmaat stuurden de opa en oma van Peter geld naar de familie Boré. Dan stond Eugenie van vreugde te dansen, want dan konden ze tenminste weer boterhammen kopen. Voor één Nederlandse gulden ontving de familie Boré maar liefst 14.300 Oostenrijkse Kronen. Daar konden ze veel boodschappen van gaan doen, waarbij de kleine Eugenie opmerkt: ”In Nederland geven ze geen geld voor appels, maar daar plukken ze die gewoon van de bomen”. De vijfjarige Eugenie schrijft vaak ABC op haar lei en in haar beleving is het dan een brief voor Gina. Emma en Franzi kunnen gelukkig weer gewoon naar school in Wenen. Eugenie gaat pas naar school als ze 6 jaar geworden is.

Vanaf dit moment wordt er ook regelmatig de groeten gedaan aan “grote Pit”. De vader van Peter, Piet, werd door Eugenie “kleine Pit” genoemd en “grote Pit” was de man van Hanneke (1894-1964), de tante van Peter. Grote Pit, Piet Verrijken (1892-1976), was molenaar in Sint Hubert en had samen met Hanneke 3 kinderen, kleine Johan (1922-2004, later ook molenaar), Mina (1924-2004) en Maria (1928-2015). Grote Pit had ook een lief hondje, waar Eugenie steeds naar vraagt en dat ze heel erg mist.

Halverwege 1922 is de toestand in Wenen nog steeds slecht. De werkeloosheidscijfers zijn zeer hoog en de Oostenrijkse Kroon is nog meer gedevalueerd. De Nederlandse gulden staat sterk; daar ontvangt de familie Boré nu zelfs het immense bedrag van 27.000 Kronen voor.

In een brief van 14 augustus komen Edgar en Julie terug op de boze brief van de vrouw uit Wenen, mevrouw Ehert. Vanwege deze lasterbrief moesten zij bij het gerecht komen, maar mevrouw Ehert ontkent nu, dat zij hem geschreven heeft. Julie en Edgar vragen nogmaals deze brief op te sturen. Waarom heeft mevrouw Ehert de lelijke brief geschreven, wat is zij van plan en hoe gaat dit aflopen? Lees dit in deel 8 “Den leelijken brief”.

Bron en foto’s: Peter Klomp, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Tekst: Marja Verheijen, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.