Na de brief van 1925 verschijnt er pas weer een brief op 11 januari 1927. Vader en moeder Boré hebben niet echt veel nieuws te melden. Franzi, nu 17 jaar is beambte en moet de hele dag veel schrijven. Emma heeft een goede baan als tandartsassistente.

Het regent veel in Wenen en in de zomer gaat Eugeni (10 jaar) op de foto, waarvan ze een exemplaar zullen opsturen. Nog steeds worden alle prijzen van diverse levensmiddelen opgesomd en lijkt het leven alleen maar duurder geworden te zijn.

In 1929 volgt er nog een brief, waarin geschreven wordt over de opstand van de sociaal-democraten op 17 juli 1928. Alle bedrijven waren gedurende enkele dagen gesloten, het openbaar vervoer lag plat en er werd geschoten in de straten. Er werden veel soldaten gemobiliseerd om de rust te laten wederkeren en Wenen leefde in angst. Er vielen 150 slachtoffers en zeker 1000 mensen raakten zwaar gewond.

Inmiddels heeft de familie een radio kunnen aanschaffen en luisteren ze naar muziek uit Amsterdam. Eugenie zingt nog steeds de bekende Nederlandse liedjes, zoals “Oh, mijn fiets is kapot” (Oh, mei Fitzka is kabutt) en “Dat we toffe jongens zijn, dat zullen ze weten” (Dat ma Doffeljongens sein, das willen ma weten). Steeds vaker worden in de brieven een soort van Nederlandse woorden gebruikt.

Op 29 november 1930 ontvangt de familie Klomp heel verdrietig nieuws uit Wenen. In de enveloppe zit ditmaal geen brief, maar het overlijdensbericht van Eugenie Boré.  Na een lang en zwaar lijden en voorzien van de zegen is Eugenie op 14-jarige leeftijd overleden op zaterdag 29 november 1930 om “ ¾ 6” uur ’s avonds. Op woensdag 3 december 1930 zal Eugenie op het Südwestfriedhof in Wenen begraven worden. De Heilige Mis zal gehouden worden op zaterdag 13 december in de Meidlinger Pfarrkirche. Het verdriet is groot en de familie Boré gaat gebukt onder het verlies van hun lieve dochter Eugenie. Ook Peter en ik zijn toch even onder de indruk van het overlijden van Eugenie met wie wij het voorrecht hadden om middels deze bijzondere collectie brieven kennis te mogen maken. Waaraan Eugenie precies overleden is, weten we niet. Dat het voor de ouders en verdere familie een groot verlies moet zijn om afscheid te nemen van zo’n jong leven begrijpen we maar al te goed.

Dan zijn er jarenlang geen brieven tot er een schrijven van 10 augustus 1935 bezorgd wordt. De familie mist Eugenie nog elke dag en moeder rouwt nog steeds om haar. Franz is sinds een paar maanden getrouwd en woont in hetzelfde appartementencomplex als zijn ouders. Zijn hobby is postzegels verzamelen, dus er wordt gevraagd om ongestempelde postzegels uit Nederland op te sturen. Emma zal 25 augustus van het jaar 1935 in het huwelijk treden, dus gelukkig is er ook nog heugelijk nieuws te melden. De werkeloosheid in Wenen wordt alsmaar groter, namelijk 400.000 en slechts een klein deel daarvan ontvangt een uitkering. De economische crises van de dertiger jaren heeft zijn intrede gedaan en we staan aan de vroege vooravond van de Tweede Wereldoorlog.

In een brief van 18 januari 1938 deelt de familie Boré mede, dat vader Edgar op 13 december 1937 op 58-jarige leeftijd is overleden en herenigd is met zijn jongste dochter. Moeder Julie is erg verdrietig, maar heeft gelukkig wat afleiding door haar baan.  Samen rouwen ze om hun vader, die veel te jong is overleden, maar het leven moet door.

Zoals altijd informeren ze naar de gezondheid van de gehele familie Klomp en ook van de familie Willems. De maand januari is zonnig in Wenen; het lijkt wel mei. De brief is vergezeld van een mooie ansichtkaart van Schloss Schönbrun, waar vroeger de keizer heeft gewoond, maar waar nu de mensen gewoon in het park mogen rondwandelen. Dat is fijn voor moeder Julie, want zij kan wel een verzetje gebruiken.

Dan is het heel lang stil. Ook de wereld staat stil, want er woedt voor de tweede maal een wereldoorlog. Op 23 december 1945 bezorgt de postbode van Sint Hubert een brief bij de familie Klomp, ondertekend door Juliane (Julie). Franz en de man van Emma hebben moeten vechten in de oorlog en in Wenen is veel kapot gebombardeerd. Er zijn veel Russen in Wenen en die nemen het er goed van. Zij hebben veel te eten en dat voedsel is van goede kwaliteit. Julie vraagt of Piet ook soldaat is geweest in de oorlog en of in Sint Hubert iedereen in goede gezondheid de oorlog heeft doorstaan. Volgende week sluiten we deze serie bijna af met deel 12 “Het leven is als een brief”.

Bron en foto’s: Peter Klomp, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Tekst: Marja Verheijen, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.