In de brief van 23 december 1945 liet Julie weten, dat Franz en zijn vrouw Steffi ondertussen de gelukkige ouders zijn van Jutta, een meisje van inmiddels 6 jaar.
Dit betekent, dat zij waarschijnlijk in 1939 geboren is en dat ze nu de leeftijd van 85 jaar bereikt zou hebben. En dat ze nog in leven zou kunnen zijn. Misschien heeft zij nog broertjes en zusjes gekregen en zelf later kinderen. Dit geeft Peter hoop. Zou er dan nog familie van Eugenie Boré in leven zijn? En van Emma? Heel graag zou Peter een bezoek willen brengen aan de stad Wenen om hiernaar nog verder onderzoek te doen. Wie weet, komt dit er nog ooit van.
De allerlaatste brief, die in het bezit van Peter is, dateert van 3 januari 1948 gericht aan de gezusters Klomp en geschreven door Emma. Ze bedankt voor het pakje wat ze in december van Hendrik Willems hebben mogen ontvangen met daarin boter, worst en spek. Met moeder Julie gaat het niet goed. Ze is blind aan één oog en ze rouwt nog steeds om de dood van haar kleine meisje, Eugenie. Ze vraagt hoe het met Marie gaat. En met Gina? Ook informeert ze naar de kinderen van Piet, de vader van Peter. En Johan Willems? Is die al getrouwd? Graag zou ze nog een keer naar Nederland willen komen, want ze heeft zulke mooie herinneringen en ze voelt nog altijd een intense dankbaarheid.
Het leven is als een brief. Je weet pas welke boodschap hij gaat brengen, als je hem openvouwt en leest. Ook het leven ontvouwt zich, waarbij er van alles op je pad komt, waarvan je van tevoren geen weet hebt. Eugenie Boré kreeg in haar korte leventje veel leed te verwerken en zal vaak bedroefd geweest zijn, omdat ze haar ouders miste. Maar ze leerde gelukkig ook de mooie kant van het leven kennen, vooral tijdens haar verblijf in Sint Hubert bij de opa en oma van Peter.
Hoewel Peter al veel onderzoek heeft gepleegd, blijven we nog steeds met enkele vragen zitten.
Wie waren toch die Hendrik Willems en zijn zoon Johan, waar Emma Boré verbleef? Ondanks diverse pogingen zijn we hierin nog niet veel verder gekomen.
Zo is brief nummer 58 onleesbaar en duidelijk in een andere taal geschreven. Van wie is deze brief? Hoe komt ie tussen de hele collectie en wat staat erin?
Ook heeft Peter een enveloppe in zijn bezit met daarop 2 stempels, namelijk:
- Help Austria’s Children European Childrens Fund, 115 Broadway, New York
- Reichskindern Kinderrehabilitation, Elisabethstrasse 9, Wien
Beide adressen bestaan nog, alsmede de panden, maar verder is er op internet niets te vinden over deze organisaties. Wat zou er in de enveloppe gezeten hebben?
Verder vragen wij ons af of er familie is van de andere genoemde namen in de brieven, zoals Verrijken, van Tienen en Stein. Weten zij iets meer over de Oostenrijkse kinderen of zijn zij in het bezit van foto’s?
Toch houdt de allergrootste vraag ons het meest bezig. Is er nog nageslacht van de familie Boré, waar wonen zij en hoe kunnen we hen opsporen?
Peter en ook ik zijn voor elke aanwijzing dankbaar, want zoals Peter zelf in een appje naar mij zei: ”Je weet nooit hoe een balletje rolt en alle aanknopingspunten zijn welkom”.
En, Peter, ik ben je dankbaar, dat je je unieke collectie brieven en je mooie verhaal aan mij toevertrouwd hebt. Het leven van Eugenie ontvouwde zich op mijn laptop, het verhaal greep me en hoewel je me er al voor gewaarschuwd had, liet het me maar moeilijk los. Op vrijdag 19 januari 2024 hoefde ik door hevige sneeuwval onverwacht niet op de kleinkinderen te passen, hoewel ik om 7 uur al uit de veren was. De hele dag, tot middernacht, heb ik me verdiept in de brieven. Halverwege de dag merkte ik het pas op. Het was 19 januari, de geboortedag van Eugenie Boré. Toeval? Peter appte: “Zo wordt er na al die jaren toch nog aan haar gedacht”.
Bron en foto’s: Peter Klomp,
Tekst: Marja Verheijen,