In de meidagen van 1940 werd een deel van het bedrijf Van Hout verwoest, maar weer snel herbouwd. Tijdens de laatste oorlogsjaren ’40-‘45 werd de grote schoorsteen gebouwd, die bekend stond als “de grootste leugenaar van Mill”. Het grapje was, dat ie namelijk van steen was en niet van hout, zoals er met grote letters op stond.
Toen de toren de vereiste 55 meter hoog was, gingen de metselaars naar Toon van Hout met de mededeling, dat er nog stenen over waren. Toon gaf hen wat voedselbonnen om bij bakkerij Pijpers brood te kunnen kopen en zodoende werd er nog ruim een meter bovenop gemetseld.
Nadat tijdens de bezetting door de Duitsers de klokken uit de Millse kerktoren gestolen waren, schonk Pieta van Hout, zus van Grad een kerkklok met de namen van familieleden erop.
Na de oorlog groeide Van Hout uit tot een belangrijke speler in de landelijke en zelfs internationale houtindustrie. Aan de vlaggen, die bij het bedrijfspand werden gehesen, kon je dan zien uit welk land er een relatie op bezoek was. Op het hoogtepunt in de jaren 50 en 60 had Van Hout 200 werknemers in dienst.
In 1956 was de Hongaarse opstand tegen de Russische opmars naar het westen, hetgeen resulteerde in de Koude Oorlog. De familie van Hout verwerkte veel hout uit Oost-Europa en was bang, dat deze toelevering in gevaar zou komen. Daarom kochten zij veel percelen in de omgeving van Mill op om daar onder andere Canadassen (Canadese populier) te kweken om de houttoevoer veilig te stellen. Dit viel niet helemaal in goede aarde bij de boerenbevolking, want hierdoor werd de grondprijs flink opgedreven. De hoge slanke bomen bepaalden op veel plekken het aanzicht van Mill.
Vanaf ongeveer 1970 was Mill Panel een populair product uit het assortiment van Van Hout, een decoratieve en duurzame wand- en plafondbekleding in diverse houtsoorten en kleuren. Veel hout was van tropische afkomst, zoals wengé, merbau, oukoumé en bankirai.
In 2003 verplaatste door ontwikkelingen op de internationale markt de productie uit Mill naar landen in Oost-Europa en Afrika, waar het benodigde hout groeide. Van Hout werd Mill Wood, importeur van houtproducten.
In 2004 werd het gehele fabrieksterrein ter grootte van 12 hectare aan een projectontwikkelaar verkocht. Hein van Hout kocht echter de schoorsteen terug, omdat hij dit monument voor de sloop wilde behoeden.
In 2010 is D’n Toet van Mill gerestaureerd. Onder andere werd het voegwerk aan de binnen- en buitenkant vernieuwd en een ventilatiesysteem aangelegd, hetgeen ongeveer 300.000 euro zou gaan kosten. In 2012 werd er op de top een antenne geplaatst t.b.v. televisie en telefonie.
Gerard (Grad) van Hout, die het bedrijf in 1908 startte, had 2 zonen, namelijk Adrianus en Harrie, die in de volksmond Spits werd genoemd. Zij hebben het bedrijf verder uitgebreid en gemoderniseerd. Adrianus had 3 zonen, namelijk Harrie, Willem en Toon. Toon was een fervent filmer en heeft veel films over Mill en het bedrijf gemaakt. Ook tijdens de oorlog, hetgeen ten strengste verboden was. Zijn dochter Christine is documentairemaakster en heeft ook reportages over Van Hout vervaardigd, waarvan delen op de tentoonstelling te zien zijn.
Hein, de zoon van Harrie, heeft aan zijn beide kinderen Noor en Roel de schoorsteen nagelaten en zij beijveren zich om dit monument te behouden door de oprichting van de Stichting Behoud Schoorsteen van Hout.
Op verzoek van Myllesheem is dankzij de welwillende medewerking van ontwikkelaar Peter Peters uit Schaijk het oude glas-in-loodraam uit de gevel van het kantoor teruggeplaatst in de voorgevel van de nieuwe woningen, die door hun bouwstijl de herinnering aan dit prachtige bedrijf levend houden. De replica van de oude voorgevel met daarop het logo is een stille getuige van een belangrijk hoofdstuk uit de geschiedenis van Mill.
Myllesheem heet u van harte welkom op de expositie over Van Hout. Deze tentoonstelling is ingericht in de ontmoetingsruimte van de St. Willibrorduskerk in Mill en te bezichtigen op zaterdag en zondag 7 en 8 september en op 14 en 15 september. De openingstijden zijn op zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur en op zondag van 11.00 tot 17.00 uur.
Bron: Myllesheem, BHIC. Bewerkt door Marja Verheijen