De geschiedenis herhaalt zich. De dingen komen en gaan en alles komt weer een keertje terug, al is het dan in een aan de tijd aangepaste vorm. Dit geldt voor o.a. architectuur, mode en maatschappelijke problemen.
Eén van de grootste zorgen van de huidige Nederlandse regering is de alsmaar groter wordende woningnood en deze kwestie lijkt maar niet opgelost te kunnen worden. Een probleem van alle tijden.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden veel woningen vernield en Nederland begon zo snel mogelijk na de bevrijding aan de wederopbouw. Er was een groot tekort aan werklui en goede vakmannen, terwijl de geboortecijfers stegen en de behoefte aan woningen toenam. Veel jonge gezinnen moesten gedwongen blijven inwonen bij hun ouders.
Ook het gemeentebestuur van Mill en St. Hubert diende een verzoek in voor de bouw van noodwoningen, maar de ambtelijke molen draaide langzaam. De Millenaren zochten zelf naar oplossingen en timmerden houten huisjes in elkaar of verbouwden schuren tot een enigszins acceptabele woning. Deze in totaal zo’n 75 illegale bouwsels werden door het gemeentebestuur gedoogd en ondanks de slechte woonomstandigheden bleken in 1965 nog twee-derde van de gezinnen zo’n onwettig huisje te bewonen.
Twee eeuwen eerder speelde er al een soortgelijk probleem. Halverwege de 18e eeuw heerste er veel armoede, veelal veroorzaakt door mislukte oogsten, ziektes en oorlogen. Jonge mensen, die daardoor genoodzaakt waren zich in een ander dorp te vestigen, moesten aantonen, dat ze in goede doen waren, zodat ze geen aanspraak zouden maken op de dorpskas. En wanneer dit wel nodig bleek te zijn, dan dienden zij zich te melden in het dorp, waar ze geboren waren of vandaan kwamen. Zij moesten hiertoe een zogenaamde borg- of ontlastbrief indienen, zodat de financiën van het dorp veilig gesteld waren voor eigen inwoners. Deze aktes werden in de “dorpskomme” opgeborgen, een kist waarin archiefstukken werden bewaard. Ook het archief van Mill bevat een aantal van deze aktes, vanaf ongeveer 1750 tot 1811, toen met de invoering van de Burgerlijke Stand dit systeem werd afgeschaft.
Deze borgbrieven geven een mooi inzicht in welke contacten Millenaren hadden met omliggende dorpen. De meeste nieuwkomers in Mill kwamen uit het Land van Cuijk, maar ook met het Land van Ravenstein had Mill een goede relatie. Meestal was een huwelijk een reden tot verhuizen, mits er voldoende woningen beschikbaar waren.
En zo’n 2 eeuwen jaar later is het verhaal niet anders.
In oktober 2021 hield GroenLinks-PvdA bij de kerk in Mill een ludiek protest om het schreeuwend tekort aan betaalbare woningen in het Land van Cuijk aan de kaak te stellen. Zij bouwden van kartonnen dozen een “woning” om aan te geven, dat dit de toekomst van onze jeugd is. Een groot deel van de jong volwassenen maakt geen kans op de woningmarkt en blijft noodgedwongen bij hun ouders wonen. Een verloren generatie! Wellicht biedt ook nu weer het in elkaar timmeren van een houten huisje of het verbouwen van een schuur de oplossing.
De gemeente Land van Cuijk heeft het thema wonen als prioriteit bovenaan het lijstje staan en wil voor het jaar 2040 ongeveer 5700 betaalbare koop- en huurwoningen realiseren. Ook zullen de regels omtrent het (aan)bouwen van een seniorenwoning bij een reeds bestaande woning versoepeld worden. Woningnood: een probleem van alle tijden!
Bron: Historische Kring Land van Cuijk en artikel van het Brabants Historisch Informatie Centrum door Geurt Franzen. Bewerkt door Marja Verheijen.
Foto: na-oorlogse noodwoning.
Neem ook een kijkje op www.myllesheem.nl.