Tijdens de raadsvergadering van 26 juni jl. zijn zowel de jaarstukken 2024 als de perspectiefnota 2026 vastgesteld door de gemeenteraad. Daarmee werd teruggeblikt op het afgelopen jaar én vooruitgekeken naar de financiële kaders voor de komende jaren.
Hoewel 2024 is afgesloten met een positief resultaat en ook het financiële beeld voor 2026 en 2027 is verbeterd, blijft het zaak om voorzichtig te blijven. Structurele financiële druk op de langere termijn maakt dat keuzes over ambities en beschikbare middelen na 2027 nodig blijven.
Jaarstukken 2024: positief resultaat door incidentele meevallers
De jaarstukken 2024 sluiten af met een positief resultaat van €20,6 miljoen, voornamelijk dankzij incidentele meevallers. Dit overschot is niet structureel van aard en kan daardoor niet worden ingezet om de meerjarige tekorten vanaf 2027 op te lossen. Het resultaat over 2024 laat dus geen directe ruimte voor toekomstige begrotingen, maar het is wel een mooi eindpunt van het afgelopen jaar.
Perspectiefnota 2025: ademruimte in 2026 en 2027
De financiële vooruitzichten voor 2026 en 2027 zijn positiever dan eerder verwacht. Waar eerder werd gerekend op een jaarlijks tekort van circa €11 miljoen, is er nu sprake van een overschot van circa €2 miljoen in beide jaren. Deze verbetering komt vooral door hogere bijdragen van het Rijk:
- Jeugdzorgmiddelen: het Rijk compenseert gemeenten in 2026 en 2027 met extra middelen voor jeugdzorg.
- Hoger accres: de algemene uitkering uit het gemeentefonds valt hoger uit dan geraamd, onder andere vanwege loon- en prijsontwikkelingen bij het Rijk.
Samen levert dit enkele miljoenen extra op ten opzichte van eerdere ramingen.
Geen extra ombuigingen nodig
Dankzij deze ontwikkeling hoeven de eerder verkende ombuigingsopties niet meer aan de gemeenteraad te worden voorgelegd. Dat geeft lucht: projecten die op de planning stonden, kunnen doorgaan. Tegelijk blijft het belangrijk om voorzichtig te zijn met structurele verplichtingen.
Maarten Jilisen, wethouder financiën: ‘We zijn blij met dit positieve vooruitzicht. We hebben vooraf voorzichtig gerekend, omdat er veel onzekerheid was over wat we vanuit het Rijk zouden ontvangen. Nu blijkt dat we voor 2026 en 2027 meer geld krijgen dan verwacht. Dat geeft lucht. Tegelijkertijd hebben we – samen met andere gemeenten en de VNG – stevig aan de bel getrokken bij het Rijk over de zorgen voor de tekorten in de toekomst. Dat heeft duidelijk geholpen. Het is echter belangrijk om scherp te blijven, want na 2027 is het financiële beeld nog steeds onzeker.’
Vervolg: op weg naar de begroting 2026-2029
Met het vaststellen van de jaarstukken 2024 en de perspectiefnota 2026 werken we nu verder aan de programmabegroting voor de periode 2026-2029. Deze wordt dit najaar door de gemeenteraad besproken.