Myllesheem vertelt: Kasteel Aldendriel - Deel 2 De eigenaren en bewoners (1750-1900)

In 1754 werd het kasteel met 15 percelen bouwland door de toenmalige eigenaar Baron Van Dongelbergh verkocht aan Graaf Antoon Max de Pas de Fenquieres voor 11.000 Florijn. Hij verbouwde het in 1763 grondig samen met zijn vrouw Gravin Odilia Stepraedt uit Nijmegen, waarbij de oude kruisvensters werden vervangen door voor die tijd moderne vensters.

Het kasteel werd gemoderniseerd naar de maatstaven van die tijd en er werden een keukenvleugel, personeelsvertrekken en een koetshuis gerealiseerd. De 5 muurankers zijn nog getuige van deze verbouwing: A 1 7 6 3.

Ook werd het gehele dak vervangen en werd de buitenkant gepleisterd in een rode kleur, waarvan nu door de tand des tijds op sommige stenen slechts nog rode vlekjes te bespeuren zijn. 

Aldendriel heeft vijf poorttoegangen, waarvan de hoofdpoort in 1765 werd vernieuwd en er aan beide zijden trapgeveltjes en venstertjes werden toegevoegd. Een herinnering aan deze invloedrijke restauratie werd op een gedenksteen in het Latijn vastgelegd, die nog steeds intact is.

Gravin Odilia benoemde Willem de Liedel bij testament tot haar erfgenaam, die daardoor kasteel Aldendriel en kasteel Well kreeg. Hij werd chirurgijn op een V.O.C. schip en verdiende als koopman in Indië veel geld. Hij kocht een titel en nadat hij ontdekte, dat hij een ver familielid van De Pas was, voegde hij De Well aan zijn naam toe. Zijn zoon Petrus Wilhelmus de Liedel de Well huwde met Eleonora Ottilia de Schloissnigg van Ebergassing uit Wenen. Zij gebruikten het kasteel voornamelijk als zomerverblijf en jachtslot. Hun zoon Willem had een buitenechtelijke dochter, Marianna von Evers en na de dood van Willem in 1849 kreeg zij het vruchtgebruik van Aldendriel. Na haar overlijden in 1878 kwamen het kasteel en alle verdere bezittingen toe aan de Schloissniggs. In de jaren 70 is er door een Millenaar nog regelmatig gecorrespondeerd met nazaten van deze familie uit Wenen.

Uit de Doop-, Trouw- en Begrafenisboeken blijkt, dat eind 18e eeuw, begin 19e eeuw Jan Jacob van Walsen en zijn gezin een deel van het kasteel bewoonde. Hij was schoolonderwijzer en koster van de Protestantse Kerk. Hij was gehuwd met de katholieke Maria Mechtilde Geurt van Cuijk en Maria Catharina Verstraaten, wellicht niet tegelijkertijd. In de 19e eeuw was de familie Verstraaten rentmeester van Aldendriel en beheerden zij de gehele gang van zaken. 

Lees volgende week verder over de eigenaren en bewoners van Aldendriel in de 20e eeuw, waaraan vele Millenaren beslist nog herinneringen zullen hebben.

In deel 5 besteden we meer aandacht aan hierboven genoemde mejuffrouw Marianna von Evers, die een bewogen leven heeft geleid, ook op nationaal niveau. 

Geschreven door Marja Verheijen

Bron: Ontdek Mill, Wikipedia en BHIC Kasteel Aldendriel geschreven door Rien Wols (2009), Kastelengids van Noord-Brabant