Een dorp in ontwikkeling vraagt om een strikt beleid voor wat betreft het inrichten ervan qua de aanleg van wegen, het bouwen van huizen en het beheer van de natuur.
Zo wil de heer H. van Gemert een “beek verbreeden” en de weg, waar Z.C. Keizers aan woont moet verbeterd worden. Zelfs een sollicitatie met een wegwerker wordt door de burgemeester geregeld en er wordt een vergunning tot “doornen stoken” verleend.
Ook de ontginning van de heidevelden en de aankoop van heidegrond waren punten van aandacht voor de burgemeester.
In die tijd werd ook heel veel bosgrond ontgonnen voor de landbouw. Eind 1917 zijn er erg veel meldingen onder diverse namen over het kappen van dennenhout en het schillen en vervoeren van eikenhout. Dit zou over Tongelaar kunnen gaan, waar in die tijd door de eigenaresse Louisa van Nispen talloze bomen gekapt werden.
Ook vraagt een heer Hermanussen toestemming tot het kappen van bomen en waarschijnlijk handelt dit over kasteel Aldendriel.
“Voorpooting” is een term, die we heel veel tegenkomen. Het voorpootrecht houdt in, dat een grondbezitter aan de rand van het perceel bomen mag poten, maar ook mag kappen. Doorgaans betrof dit de berm van een weg, die langs een landbouwperceel liep. In de jaren zestig en zeventig van de 20e eeuw zijn de meeste voorpootrechten afgekocht in het kader van de ruilverkaveling.
Op 4 juni 1909 wordt er een melding gemaakt van een heer I. Jurgens uit Nijmegen met als opmerking “Ertsdelverij”, zonder verdere informatie. Al meerdere malen kwamen we de woorden “roodaarde” en “roodvelden” tegen, niet wetend in welk verband. Ook werden er nogal eens notities gemaakt over een “tram”, maar een tram in Mill leek ons toch wel iets te pretentieus, dus ook die opmerking konden we niet plaatsen. Totdat we in december 1914 de volgende aantekening tegen komen “contract met de IJzererts Maatschappij”. En na raadpleging van een artikel van Rien Wols op de site van het Brabants Historisch Informatie Centrum vielen enkele puzzelstukken samen. Aan het eind van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw werd er in Sint Hubert ijzererts gewonnen, hetgeen er in grote hoeveelheden aanwezig was. Al in 1888 waren er plannen om een stoomtram te laten lopen om het ijzererts te transporteren. Wat er uiteindelijk gerealiseerd werd, was een paardentram, die het erts en de overtollige roodaarde naar het station in Mill vervoerde van waaruit het naar de Duitse hoogovens gebracht werd. In 1914 vroeg de Eerste Nederlandsche IJzererts Maatschappij toestemming om de al eerder bewerkte gronden in Sint Hubert opnieuw te mogen exploiteren, maar al vrij snel werd het stil rondom de ijzerwinning in Sint Hubert, omdat nieuwe technieken hadden geleid naar betere vindplaatsen. De naam IJzerbroek getuigt nog steeds van deze ijzerwinning, maar helaas loopt het voortbestaan van dit mooie landelijke gebied nu gevaar door de komst van een zonnepanelenpark. Zie op de foto het beeld van de IJzerbroekwerker van Marian van Puyvelde.
In december 1910 komt het “Staatsboschbeheer” voor een inspectie, een instituut dat al sinds 1899 bestaat in beginsel om woeste gronden te ontwikkelen voor bosbouw en om zandverstuivingen tegen te gaan.
Hoewel door de opkomst van steenkool als brandstof het steken van turf steeds minder nodig was, wordt er toch regelmatig hierover een melding gemaakt. De Peel was opgedeeld in percelen en mensen kregen een stukje grond toegewezen om daar turf te steken, dat met de kruiwagen naar huis vervoerd werd. In de omgeving van Mill heette dit de Allemanspeel.
Mill had in die tijd een intensief gebruikte spoorwegverbinding, het Duits Lijntje genoemd, maar we komen slechts weinig notities hierover tegen. Wel wordt er soms een spoorwegovertreding gemeld, een notitie “beleediging stationschef” of een sollicitatie voor een stationsmedewerker.
Meerdere malen worden delen in of rondom Mill genoemd, zoals wij ze nu ook nog kennen, zoals Princepeel, Vilheide, de Dellen, Graspeel, Gagel, Hollanderbroek, Molenheide, Achterdijk en de Meeren. Ook zijn er veel notities “Lochtje”, dat toen gemeentelijke grond was in de buurt van de huidige Lochtjesweg.
Volgende week gaat het over het waterbeheer, iets waar burgemeester Verstraaten een vooraanstaande rol in heeft gespeeld.
Geschreven door Marja Verheijen
Bron: artikel van Rien Wols BHIC
Heeft u meer informatie of beeldmateriaal uit deze tijd mail dan naar