Tijdens carnaval verandert onze regio traditiegetrouw in een bont mozaïek van kleurrijke dorpsnamen. Mill wordt ’t Germelaand en de inwoners gaan door het leven als Gèrme. In Sint Hubert zwaaien de Bokken de scepter, Langenboom wordt bevolkt door de Verkuskoppe en Wilbertoord staat bekend als het rijk van de Klotstèkers. Namen die iedereen kent – maar waar komen ze eigenlijk vandaan?
Die vraag liet de Heemkundevereniging Myllesheem niet los. Over de Millse bijnaam bestaat een vermoeden: een gèrm zou een soort geit zijn die nog nooit jongen heeft gekregen. Maar waarom werd Mill dan juist hiermee geassocieerd? En klopt die verklaring wel? Toen deze vraag bij onze redactie belandde, beseften we al snel dat we eigenlijk óók geen idee hebben waar de carnavalsnamen van Sint Hubert, Langenboom en Wilbertoord precies hun oorsprong vinden.
Zijn het oude spotnamen? Verwijzen ze naar dieren die vroeger veel voorkwamen? Hebben ze te maken met oude gebruiken, beroepen of historische legendes? Of is het carnavalsbestuur er ooit gewoon creatief mee aan de haal gegaan?
Omdat niemand het beter kan vertellen dan de inwoners zelf, zijn we op zoek naar verhalen, verklaringen, anekdotes en oude bronnen die licht kunnen werpen op de herkomst van deze bijzondere namen.
We roepen daarom iedereen op:
Heeft u informatie, hebt u iets gehoord van uw ouders of opa en oma, of weet u precies hoe deze carnavalsnamen zijn ontstaan?
Mail uw antwoord, verhaal of suggestie naar
