Een particulier kan de zonnepanelen op het dak van zijn woning als BTW-ondernemer exploiteren. Dat levert hem een aftrek op van de omzetbelasting die begrepen is in de kosten van aanschaf, installatie en onderhoud van die panelen.

Rechtbank Gelderland heeft die BTW-aftrek recent verruimd. Bij het plaatsen van niet-geïntegreerde zonnepanelen – die als roerende, zelfstandige goederen moeten worden aangemerkt – bestaat ook recht op aftrek van een evenredig deel van de BTW op de bouwkosten van die woning. Een deel van het dak wordt dan voor BTW-belaste prestaties gebruikt.

Ben Evens was ondernemer/consultant op het gebied van aerospace en defensie. Ben was voor die dienstverlening aangemerkt als BTW-ondernemer. In 2016 liet hij een tiny house bouwen, met een oppervlakte van 72 m². Op het dak van die woning liet Ben 12 niet-geïntegreerde zonnepanelen plaatsen, met een oppervlakte van 19,7 m². Voor de exploitatie van de panelen werd hij (ook) als BTW-ondernemer aangemerkt. Ben claimde aftrek van 2/3 van de BTW (van € 14.636) op de bouwkosten van de woning. Hij baseerde die aftrek op het besluit van Financiën (van december 2016) waarin goedgekeurd was dat zonnepanelen voor de investeringsaftrek als een zelfstandig bedrijfsmiddel konden worden aangemerkt. Voor de aftrek van het 2/3de gedeelte verwees hij naar Vragen en antwoorden van november 2013, waarin Financiën voor geïntegreerde zonnepanelen uitgaat van een zakelijk gebruik van 2/3de deel.
De inspecteur weigerde de geclaimde BTW-aftrek op de bouwkosten van de woning.

In de daaropvolgende procedure besliste Rechtbank Gelderland dat de zonnepanelen als roerende, zelfstandige goederen moesten worden aangemerkt omdat ze eenvoudig te demonteren en te verplaatsen waren. De zonnepanelen waren geen bestanddelen van de woning. Een deel van het dak van de woning stond niet alleen ten dienste van de nuttige ruimten in de woning, maar werd ook gebruikt voor de ondersteuning van de zonnepanelen. Daarmee had het dak een zakelijke functie gekregen, met een oppervlakte van 19,7 m². De totale nuttige ruimte in de woning was 72 m² + 19,7 m² = 91,7 m². De Rechtbank wees de onderbouwing van de geclaimde 2/3 aftrek af: belanghebbende kon aan de door hem genoemde besluiten van Financiën geen vertrouwen ontlenen, omdat die betrekking hebben op investeringsaftrek en het gebruik van zonnepanelen, maar niet op het gebruik van een woning waarop zonnepanelen zijn geplaatst. De Rechtbank bepaalde het zakelijk gebruik op (19,7 m² : 91,7 m²) = 21,5% en berekende de BTW-aftrek op de bouwkosten op 21,5% van € 14.636 = € 3.146. De Rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond..

Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill