Op het moment van schrijven is het twee dagen voor de raadsvergadering waarin de gemeenteraad zich buigt over de zienswijze op de herindeling van de gemeenten Cuijk, Boxmeer en Sint Anthonis.

In de aanloop hier naar toe is er al best veel over gezegd en geschreven. Omdat over het verloop en de uitkomst op dit moment van schrijven natuurlijk nog niks bekend is, gebruik ik voor deze column een ander onderwerp: Het (regen)weer.

Natte akkers

De Sint heeft het land inmiddels verlaten en in de straten overheerst al weer de kerstsfeer. Bij die sfeer past natuurlijk ook een mooi pak sneeuw, maar voorlopig moeten we het doen met regen. Veel regen zelfs. Volgens een buurtgenoot die zijn hond uit liet, viel er zelfs veel te veel regen want op veel plekken stonden de akkers blank. Ik kon me niet voorstellen dat er sinds afgelopen droge zomer al weer te veel regen is gevallen, dus er ontstond een discussie of de grondwaterstand wel of niet weer op peil zou zijn. En áls het grondwater nog steeds te laag staat, waarom blijft het dan toch op het land staan? Afgelopen maandag ben ik op onderzoek uit gegaan. Her en der zitten peilbuizen in de grond waarin de grondwaterstanden continu gemeten worden. En dankzij de moderne digitale technieken kan iedereen die gegevens ook thuis achter de eigen computer zien.

Grondwaterstand

Wat is de stand en wat zou die ‘normaal’ moeten zijn? Dat hangt natuurlijk van de locatie af. Op de Peelhorst ligt het maaiveld een flink stuk hoger dan in de Raamvallei en dus ook de grondwaterstand. En vlak bij het Peelkanaal zijn de verschillen kleiner dan nabij de Molenheidse bossen. Maar als ik de gemiddelden van acht peilbuizen in en rond onze gemeente over de afgelopen 10 jaren neem, dan zie je het hoogste grondwaterpeil altijd na de winter (april) op ongeveer 90 cm onder het maaiveld, met een uitschieter omlaag nabij de Molenheidse bossen (1,8 m onder maaiveld). Aan het einde van de zomer staat het grondwater gemiddeld 90 cm lager in de peilbuizen, met nu een uitschieter in de buurt van de Hoge Raam van 1,2 m lager. De zomers van vorig jaar en dit jaar waren erg droog. De laagste grondwaterstanden na de zomer waren in bijna alle peilbuizen 40 cm lager dan gemiddeld en datzelfde geldt voor de hoogste standen van afgelopen april. Ook die waren ongeveer 40 cm lager dan gemiddeld. Als de afgelopen twee zomers de voorbeelden zijn voor de toekomst, dan zullen deze grondwaterstanden de nieuwe gemiddelden worden.

En wat is de stand vandaag na al die regen? Helaas, nog lang niet wat hij zou moeten zijn. Ondanks de vele regen van de afgelopen tijd. Van de gebruikelijke jaarlijkse seizoensdaling van 90 cm hebben we gemiddeld al weer 30 cm ingelopen. Dus nog 60 cm te gaan.

Spons

Als ik mijn buurtgenoot weer tref, dan zal hij waarschijnlijk vragen hoe het dan kan dat er op zo veel plaatsen water op de akkers blijft staan. Volgens de geleerden komt dat doordat de bovenste grondlaag op deze akkers slecht water door kan laten. Doordat er weinig organische stof in die bovenste laag zit wordt, raakt het zand steeds dichter samengepakt. Regenwater zakt er dan niet meer in, maar blijft er op staan, of het moet er vanaf kunnen vloeien naar de sloten. Maar dat gebeurt alleen als er voldoende hoogteverschil is. De oplossing hiervoor is zorgen dat er weer voldoende organische stof en lucht in de bodem komt, zodat de bodem weer als een spons gaat werken in plaats van als een dichte plaat. Dus je moet het regenwater zo veel mogelijk in de bodem laten zakken waar het valt, dan draagt het ook bij aan de grondwaterstand.