Geen redelijk denkende bestuurder zou instemmen met een managementfee van € 160.000 per jaar in een verliessituatie. De bestuurder die dat wel had gedaan, was daarom aansprakelijk voor onbetaalde belastingschulden.

Een BV betaalde vanaf maart 2014 tot en met augustus 2018 niet alle loonheffingen die zij volgens haar aangiften was verschuldigd. De inspecteur legde naheffingsaanslagen op met boeten, maar ook die bleven onbetaald. De ontvanger stelde de bestuurder van de BV aansprakelijk voor de niet-betaalde loonheffingen.
Rechtbank Den Haag besliste dat het niet-betalen van de belastingschuld te wijten was geweest aan kennelijk onbehoorlijk bestuur. De BV had in 2012, 2013 en 2014 een managementvergoeding uitgekeerd aan de holding-BV van de bestuurder van ongeveer € 160.000 per jaar, terwijl de resultaten van de BV in 2012, 2013 en 2014 negatief waren: respectievelijk € 170.501, € 181.830 en € 160.584. Geen redelijk denkend bestuurder zou volgens de Rechtbank in die omstandigheden hebben ingestemd met een managementvergoeding van € 160.000 per jaar. Verder waren via een derde-BV aanzienlijke bedragen overgemaakt naar de privérekening van de bestuurder. In zo'n slechte tijden zou een redelijk denkend bestuurder dit niet hebben toegestaan. De bestuurder was volgens de Rechtbank terecht aansprakelijk gesteld voor de belastingschulden van de BV.

Commentaar

Dat in dit geval concurrente schuldeisers wél waren betaald en belastingschulden niet, is op zichzelf onvoldoende om te spreken van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Ook de omvang van de loonkosten als zodanig is niet doorslaggevend. Van onbehoorlijk bestuur kan pas worden gesproken als geen redelijk denkend bestuurder - onder dezelfde omstandigheden - gehandeld zou hebben als de aansprakelijk gestelde bestuurder.
De Rechtbank twijfelde er niet aan dat een redelijk denkend bestuurder van een verlieslatende BV ooit akkoord zou zijn gegaan met een managementvergoeding van € 160.000 per jaar en substantiële onttrekkingen aan de BV ten gunste van de bestuurder. Alles bij elkaar genomen was het niet-betalen van de belastingschulden dus wel degelijk het gevolg van aan de bestuurder te wijten onbehoorlijk bestuur en trof hem persoonlijk een ernstig verwijt.

Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill.