De bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF) in de erf- en schenkbelasting staat volop in de belangstelling. In het Coalitieakkoord is afgesproken om de bedrijfsopvolgingsregeling eenvoudiger en eerlijker te maken en oneigenlijk gebruik tegen te gegaan.

In mei is de evaluatie van het CPB verschenen van de fiscale regelingen gericht op bedrijfsoverdracht. De conclusie van het CPB is duidelijk. De BOF is doeltreffend, omdat belastingheffing bij bedrijfsoverdrachten grotendeels wordt voorkomen, maar is volgens het CPB niet doelmatig. Bij ongeveer 75% van de overdrachten zijn voldoende vrije financiële middelen aanwezig om de erf- of schenkbelasting te betalen. In veel gevallen is de BOF volgens het CPB dan ook niet nodig en in andere gevallen is een ruime betalingsregeling voor de overheid een goedkoper instrument om de continuïteit te waarborgen.

Dat de BOF niet doelmatig is, mag geen grote verrassing zijn. Al in 2014 liet de toenmalige staatssecretaris weten dat uit gegevens van de Belastingdienst bleek dat in 70% van de gevallen de erfbelasting uit de nalatenschap had kunnen worden betaald als geen sprake was geweest van een vrijstelling. Het CPB constateert nu dat de regeling een relatief groot beslag legt op de hoogwaardige capaciteit van de Belastingdienst. Als we dan ook de onlangs gepubliceerde fiscale beleids- en uitvoeringsagenda van staatssecretaris Van Rij erbij nemen, is een en een twee en ligt een inperking van de BOF voor de hand. De staatssecretaris wil namelijk belastingregelingen aanpakken die niet doeltreffend en doelmatig zijn. Als een evaluatie van een belastingregeling negatief is, is het uitgangspunt om deze regeling af te schaffen of te versoberen.

Hoe lang het duurt tot de BOF ook daadwerkelijk wordt gewijzigd, blijft de vraag. Het kabinet komt in ieder geval pas op Prinsjesdag met de conclusies die zij verbindt aan de evaluatie van de BOF. Eerder opperde de staatssecretaris de mogelijkheid om in 2023 met een wetsvoorstel te komen of een wijziging op te nemen in het Belastingplan 2024. Dan is de inwerkingtreding op zijn vroegst dus op 1 januari 2025. De oppositie wil meer vaart. PvdA en GroenLinks hebben inmiddels een initiatiefwetsvoorstel ingediend en willen de BOF al met ingang van 2023 beperken, onder meer door het percentage van de vrijstelling te verlagen naar 25% en de totale vrijstelling te maximeren op € 1 miljoen aan ondernemingsvermogen. Het blijft gissen of dit initiatiefwetsvoorstel van twee oppositiepartijen de eindstreep haalt, maar doelmatiger zal de BOF hiermee niet worden.

Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill.