Een werknemer voor wie ons bedrijf geen bijtelling voor de auto van de zaak zou hoeven te betalen, heeft toch te veel privékilometers gereden. Zijn we nu de pineut?

Antwoord

Een werknemer kan een 'Verklaring geen privégebruik auto' bij de Belastingdienst aanvragen als hij maximaal 500 privékilometers per jaar rijdt. Jouw bedrijf mag de bijtelling voor de auto van de zaak dan achterwege laten. Heeft de werknemer zo’n verklaring en blijkt gedurende het jaar dat hij toch meer dan 500 privékilometers gereden heeft, dan moet hij de verklaring zo snel mogelijk intrekken met het formulier in het digitale portaal van de Belastingdienst. Doet de werknemer dit niet of niet op tijd, dan hangt hem een boete van maximaal € 5.514 boven het hoofd.

Jouw bedrijf krijgt vervolgens een brief van de Belastingdienst en moet vanaf het eerstvolgende tijdvak alsnog gaan bijtellen voor de auto van de zaak. Zelfs als dat nog maar gaat om één of twee tijdvakken in het kalenderjaar. Door de ‘Verklaring geen privégebruik auto’ krijg je geen naheffingsaanslag op de mat als achteraf blijkt dat de werknemer de verklaring ten onrechte heeft aangevraagd. Door de verklaring ligt de verantwoordelijkheid namelijk bij de werknemer.

De werknemer krijgt dan wel een naheffingsaanslag voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen, de premies werknemersverzekeringen en de bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW) over de loontijdvakken die al voorbij zijn. Jouw bedrijf betaalt zelf dan geen werkgeversheffing ZVW en premies werknemersverzekeringen meer over de gemiste bijtelling.

Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill.