Een mens droomt om gebeurtenissen en de daarbij behorende emoties te verwerken en elke soort droom heeft een bepaalde betekenis. Soms kun je zo hevig dromen, dat je er niet bepaald rustig van wakker wordt en alles alleen nog maar heftiger en verwarrender lijkt dan het in realiteit is.
Je droomt elke nacht, maar in de meeste gevallen kunnen we er ons de volgende dag niets meer van herinneren. En soms is dat maar goed ook.
Jaren geleden zouden wij op safari naar Kenia gaan en enkele maanden daarvoor was een Engelse toeriste gegrepen door een nijlpaard; een aanval die ze niet overleefde. Die logge dieren zien er met hun schattige oortjes heel vredelievend uit, maar zijn dat allerminst. Van een oud-collega en haar man, die meestal vanuit Langenboom naar ons kwamen gefietst, kregen we elk jaar appels van hun eigen bomen om er heerlijke appelmoes van te maken of ze te drogen. Dan hing ik de schijfjes appel aan een koord in de serre, waar lekker veel zonlicht binnen viel. Dat zag er ook zo gezellig uit. Ik hoor je al denken: waar moet dit heen? Nijlpaard, fiets, appels? De nacht, voordat ze zouden komen, had ik gedroomd, dat ze bij ons achter met de fiets de poort binnenkwamen. Mijn oud-collega liep met de zak met appels in de hand langs onze vijver op en... daar bleek ineens een klein nijlpaardje in te wonen. Zij werd door zijn al volgroeide bek gegrepen, met grote kracht de vijver in gesleurd en we hebben nooit meer iets van haar vernomen. En dan schrik je plotseling wakker! Gelukkig zijn we sindsdien samen nog vele malen heerlijk uit wezen eten. En inderdaad, tijdens onze reis door Kenia werd het nijlpaard als het gevaarlijkste dier van Afrika aangewezen. Toen we in de buurt van Lake Naivasha logeerden, waar veel nijlpaarden vertoeven, moesten we dan ook in colonne naar het restaurant lopen met voorop en achteraan een bewapende ranger. We hoorden hun gebrul in de verte en we werden op het hart gedrukt om vooral ’s nachts niet het huisje te verlaten. En als je heel veel geluk hebt, of pech, het is maar net hoe je het bekijkt, staat er eentje recht voor je schuifpui.
In een droom kun je de meest vreemde dingen met elkaar combineren en soms is een droom ook een vooruitziende blik.
Een jaar of drie geleden, droomde ik, dat we bij vrienden op bezoek gingen en dat daar aangekomen er plotseling een vreemde vrouw met een kindje in huis woonden. Van onze vrienden was geen spoor te bekennen en hun huis leek in niets meer op het huis dat we kenden. Toen ik hen dat later vertelde, zeiden ze, dat ze heel toevallig erover gedacht hadden om een alleenstaande moeder met kind uit Oekraïne op te nemen, omdat ze toch nog een hele zolder vrij hadden.
Die voorspellende droom werkte echter niet, toen ik als kind regelmatig droomde, dat er bij ons in het bos aan de Kampweg speelgoed begraven lag. Bij een zoekpoging heb ik tijdens het graven daar helaas niets kunnen vinden.
Interessante materie, dat dromen. Nog fascinerender is de vraag van onze kleinzoon Driek: “Droom je ook nog als je dood bent? We zullen het nooit weten.
Aangezien dromen nogal moeilijk te fotograferen zijn, bijgaand een foto van de Masai, een volk in Kenia, van wiens schoonheid ik net zoveel onder de indruk was als van die van alle wilde dieren.
Rest mij alleen nog de vraag: waar droom jij van?
Marja Verheijen,