‘Je grootste vijand is je grootste leermeester’ vind ik een zeer fascinerende uitspraak. Dit geldt ook voor onze eigen gedachten die we soms als vijandig kunnen zien.

In plaats van weg te lopen voor de vijand heb ik geleerd de ‘vijand’ te leren kennen, er naartoe te gaan en soms ook gewoon te accepteren en te kijken naar mogelijkheden i.p.v. onmogelijkheden. Onderzoeken en een uitdaging zijn dan ook sleutelwoorden waarmee ik verder kan komen i.p.v. te blijven hangen in treurnis.

Hartstikke fijn dat er ziekenhuizen zijn en dokters, verpleegsters en alle specialisten die je op de een of andere manier kunnen helpen. Het is nog fijner als je er niet hoeft te komen, dat je een ziekenhuis jaren kunt overslaan omdat je het niet nodig hebt. Maar als het nodig is dan is het weer fijn. Ik blijf een ziekenhuis een noodzakelijk goed en kwaad vinden afhankelijk hoe ik er op dat moment voorsta.
Het was heel plezierig dat we, mijn moeder en ik, een persoonlijke verpleger kregen die ons overal naartoe bracht. Hij was ontzettend aardig en duwde de rolstoel met mijn moeder zodat ik dat niet hoefde te doen. Een ware gentleman. Hij zag er net zo uit zoals de andere verplegers behalve zijn schoenen. ‘Rood ‘ zei mijn moeder maar dat vond ik een tikkeltje overdreven. Oranjerood met bruin was meer mijn idee. Hij had ook mooie sokken aan. Dat zag ik toen hij ze gracieus optrok. Een mooie grote ruit en daar liepen een paar streepjes door. Een streepje had dezelfde kleur als zijn schoenen. Mooi hoor! En dat vond hij waarschijnlijk ook daarom kreeg ik ze natuurlijk te zien. Het is een feest als je in een ziekenhuis komt, waar je in principe liever niet komt, als mensen waarmee je te maken krijgt dan vriendelijk zijn.

Een paar dagen later was ik weer in het ziekenhuis maar nu voor mezelf. Een ander ziekenhuis met een fantastische binnentuin. Tussen de onderzoeken door genoot ik van een kopje thee en het zonnetje wat heerlijk naar binnen scheen. Het was er gewoon gezellig. ‘De broodjes roomkaas zijn ook erg lekker’ liet mijn schoondochter me weten via de whatsApp. Gelukkig was mijn honger niet zo groot. ‘Hoeveel weeg je’ vroeg de dokter even later en ik was blij dat ik het broodje roomkaas had kunnen weerstaan. ‘Te veel’ zei ik tegen haar en ze vroeg of ze dat op de lijst moest zetten. Het is zo fijn als je je gewicht moet zeggen tegen iemand die net zo geniet van het eten als jij. Je krijgt nooit geen commentaar over te dik zijn.
Na de onderzoeken in het ziekenhuis is het weer heerlijk thuiskomen in je eigen vertrouwde omgeving. Het leven gaat gewoon door en dat is wel zo prettig. Er ligt nog wel een operatie in het verschiet en dan blijkt een operatie een vriend te zijn i.p.v. een vijand.

Daan liet me ondertussen weten dat hij wel mee wilde naar de boekenmarkt. De vriendschap voor lezen won het van de vijandschap van drukte en veel mensen. ‘Zo gauw als het open is, wil ik er naartoe’ had hij me gemeld. Een mooie oplossing om de confrontatie met iets nieuws aan te gaan. Ik had al drie maal hetzelfde rondje gemaakt terwijl Daan nog steeds bij de eerste tafel stond en zorgvuldig alles stond te bekijken. Gelukkig kreeg hij het na een tijdje ook koud in de opslagloods en mochten we weg. Twee volle zakken met boeken rijker. Alweer een stapje overwonnen, alweer een vijand verslagen.

Tilly Gerritsma