Het begrip ‘bouwterrein’ voor de heffing van omzetbelasting wordt aangepast en in overeenstemming gebracht met de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie.

Voorgesteld wordt om vanaf 2017 als bouwterrein aan te merken ‘de onbebouwde grond die kennelijk bestemd is om te worden bebouwd met een of meer gebouwen’. De definitie van ‘bouwterrein’ is van belang voor de samenloopregeling van de omzet- en overdrachtsbelasting. Bij levering van een ‘bouwterrein’ is omzetbelasting verschuldigd (die de koper als voorbelasting in aftrek kan brengen), en die levering is dan vrijgesteld van (de kostprijsverhogende) overdrachtsbelasting.

Het begrip bouwterrein in de wet omzetbelasting is strikt omschreven, met vier vereisten, waarmee vastgesteld kan worden dat de onbebouwde grond bewerkt wordt met het oog op bebouwing.
Het Europese Hof van Justitie besliste in januari 2013 dat deze beperkte uitleg niet strookt met de BTW-richtlijn. Het Hof kwam tot een ruimer begrip: er is sprake van een bouwterrein als uit een beoordeling van alle omstandigheden blijkt dat het terrein op het tijdstip van levering daadwerkelijk bestemd is om te worden bebouwd. Daarbij speelt de bedoeling van partijen een belangrijke rol, mits die wordt ondersteund door objectieve gegevens.
Belastingplichtigen kunnen een rechtstreeks beroep doen op de uitspraak van het EU-Hof en zo de ruimere definitie hanteren als dat beter uitkomt. Dat is met name van belang voor de toepassing van de samenloopregeling van de omzet- en overdrachtsbelasting. Als de koper van het terrein mét BTW kan bouwen en leveren, is de keus voor ‘bouwterrein’ voordeliger: bij levering van een ‘bouwterrein’ is 21% omzetbelasting verschuldigd, de koper kan die als voorbelasting in aftrek brengen, en de levering is vrijgesteld van de (kostprijsverhogende) 6% overdrachtsbelasting. Gaat de koper BTW-vrij bouwen en leveren, dan kan de verkoper bij verkoop ‘vrij op naam’ een voordeel van 15% behalen.
Het kabinet voelt zich (alsnog) ‘genoodzaakt’ om onze wetgeving aan te passen aan de uitspraak van het EU-Hof. De wettelijke omschrijving van bouwterrein wordt ‘de onbebouwde grond die kennelijk bestemd is om te worden bebouwd met een of meer gebouwen’. Tegelijk met deze aanpassing wordt verduidelijkt dat van een bouwterrein ook sprake is bij levering van een terrein waarop nog een gebouw staat, maar waarbij de verkoper zich verbonden heeft om dat in het kader van de levering volledig te slopen.

Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill.