Rutte III wil Nederland aantrekkelijk houden voor internationale bedrijven die zich hier willen vestigen en die werkgelegenheid, innovatie en kracht aan onze economie toevoegen.

Om internationaal concurrerend te blijven wordt het tarief van de vennootschapsbelasting vanaf 2019 stapsgewijs verlaagd van 25% naar 21% Ook het tarief in de eerste schijf gaat omlaag, van 20% naar 16%. De eerder aangekondigde verlenging van deze tariefschijf wordt teruggedraaid. Het tarief in de innovatiebox gaat omhoog, van 5% naar 7%.

Het tarief van de vennootschapsbelasting is een belangrijke factor voor de keuze van de vestigingsplaats van internationaal opererende bedrijven. Rutte III wil, mede met het oog op de ontwikkelingen in de landen om ons heen, het tarief in de vennootschapsbelasting verlagen, van 25% naar 21%. Gefaseerd, in drie stappen: per 2019 naar 24%, per 2020 naar 22,5% en per 2021 naar 21%. Het tarief in de eerste schijf gaat met dezelfde drie stappen van 20% naar 16%. De tariefsverlaging wordt gefinancierd met enkele grondslagverbredende maatregelen, te weten het beperken van de renteaftrek, de voorwaartse verliesverrekening, de afschrijving op gebouwen, en het verhogen van het tarief in de innovatiebox. Ook gaat de verlenging van de eerste tariefschijf – van € 200.000 naar uiteindelijk € 350.000 – niet door.

Toelichting

Nederland komt met deze tariefsverlaging in de buurt van het gemiddelde tarief voor de winstbelasting van 21,5% in de Europese Unie. De stapsgewijze tariefsverlaging noodzaakt tot het naar voren halen van kosten en voorzieningen naar 2018 - die kunnen dan nog tegen 25% of 20% in aftrek worden gebracht – en het zoveel mogelijk uitstellen van winst om die te incasseren tegen het lage tarief van 21% of 16% in 2021. Ook het ‘schuiven’ met boekwinsten kan een tariefvoordeel opleveren. Bij verkoop van een bedrijfsmiddel in 2018 kan de boekwinst in een herinvesteringsreserve worden ondergebracht, die reserve kan na drie jaar – mét een aantoonbaar herinvesteringsvoornemen - in 2021 tegen het dan geldende lagere tarief van 21% vrijvallen. De worst die MKB-bedrijven in de vennootschapsbelasting is voorgehouden, het verlengen van de eerste schijf van € 200.000 naar uiteindelijk € 350.000, wordt per direct teruggedraaid: het Vpb-tarief in 2018 is 20% over € 200.000.
De innovatiebox wordt minder aantrekkelijk, door de verhoging van het effectieve tarief van 5% naar 7% én vanwege de verlaging van het algemene tarief van de vennootschapsbelasting.

Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill.