Ga na of u vanaf 2018 de lage sectorpremie kan toepassen. Vanaf 2018 gelden namelijk nieuwe voorwaarden.

Dit biedt mogelijkheden als u de lage sectorpremie nu niet kunt toepassen of daarover in discussie is met de Belastingdienst. Controleer of u aan deze nieuwe voorwaarden kan voldoen en pas, waar mogelijk, contracten aan.

De lage sectorpremie geldt alleen in de sectoren agrarische bedrijven, schilderbedrijven, bouw, cultuur en horeca. De lage sectorpremie is in 2017 onder meer van toepassing op werknemers met een vast schriftelijk contract of met een schriftelijk contract voor meer dan een jaar. Zij mogen niet binnen een jaar recht na aanvang van de dienstbetrekking recht krijgen op een WW-uitkering. De arbeidsduur moet bovendien eenduidig zijn. In de praktijk is vooral deze laatste voorwaarde vaak een discussiepunt tussen de werkgever en de Belastingdienst omdat in genoemde sectoren vaak wisselende werkpatronen voorkomen (weken met veel uren en weken met geen tot nauwelijks uren).

Vanaf 2018 wordt hieraan tegemoet gekomen. De lage sectorpremie is vanaf die datum namelijk ook van toepassing als sprake is een vast afgesproken aantal uren per jaar, ook als die arbeidsuren niet gelijkmatig gespreid over het jaar worden verricht. Voorwaarden hierbij is dat het recht op loon wel gelijkmatig gespreid is over het jaar, dat de werknemer niet binnen een jaar na aanvang van de dienstbetrekking recht krijgt op een WW-uitkering en dat sprake is van een vast contract. Tijdelijke contracten kunnen dus niet gebruik maken van deze regeling, ook niet als deze langer duren dan een jaar.

Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill.