Als u na een echtscheiding er zeker van wil zijn dat er niets, maar dan ook helemaal niets van uw vermogen nog aan uw ex-echtgenoot kan toekomen, ook niet na uw overlijden, moet u uw testament aanpassen. Zeker als er nog minderjarige kinderen uit uw huwelijk zijn.

Stel dat u komt te overlijden, dan komt uw nalatenschap toe aan uw wettige erfgenamen, uw kinderen. Als vervolgens een van uw kinderen komt te overlijden, gaat diens nalatenschap naar zijn erfgenamen. Dat zijn, zeker als uw kind nog minderjarig is en geen testament heeft opgesteld, zijn broer of zus én zijn moeder, uw ex-echtgenoot! Zo kan dus via een omweg een deel van uw vermogen – het erfdeel van uw kind – aan uw ex toekomen. U kunt dat voorkomen door in uw testament een tweetrapsmaking op te nemen. Zo’n erfstelling houdt in dat het erfdeel dat uw kind bij uw overlijden erft en dat bij het overlijden van dat kind nog ‘onverteerd’ is, naar zijn broer of zus moet vererven, en niet naar uw ex.

Als bij uw overlijden een of meer van uw kinderen nog minderjarig is, moet u bedacht zijn op het ouderlijke vruchtgenot. Zolang een kind minderjarig is heeft een ouder het ouderlijk vruchtgenot over het vermogen van dat minderjarige kind. Denk aan de rente op een spaarrekening, het dividend op aandelen etc. De ouder hoeft dat rendement niet terug te geven aan het kind als die meerderjarig wordt. Uw ex-partner kan haar aandeel in dat ouderlijk vruchtgenot opeisen. Ook dat kunt u voorkomen door in uw testament uw ex-echtgenoot het recht op het ouderlijk vruchtgenot te ontnemen.

Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill.