Foto: Cockie Kremers

Joop Bens (1955) uit Mill leeft komende maand (13 oktober 2019) precies 30 jaar met een donorhart.

“Dat ik mijn kinderen Mariska, Angela en Patrick op heb mogen zien groeien naar volwassenheid, inmiddels alle drie gelukkig met hun partner... en daarbij dan ook nog eens dat Karin en ik al van vier kleinkinderen oma en opa mogen zijn... Dat ik dat allemaal mee mag maken, daarvoor ben ik mijn donor nog iedere dag ontzettend dankbaar.”

Joop Bens is geboren in Mill (Wanroijseweg) maar verhuisde op jonge leeftijd met het gezin naar Stevensbeek. Door zijn huwelijk met Karin (uit Sint Hubert) kwam hij terug naar Mill en woont hij aan de Molenstraat. “Ik werkte bij de Nettenbouw. In 1986 kreeg ik hartritmestoornissen en kreeg toen een pacemaker. Dat heeft overigens niets te maken met de klachten die ik in 1988 kreeg.”

Ze hadden twee dochters en Karin was zwanger van hun derde kind. “Dat ik opnieuw ziek werd, kwam echt onverwachts. Het ging namelijk erg goed met me, mede door die pacemaker. Maar in oktober 1988 werd ik ziek. Het was op een maandag dat ik me ziek meldde en op vrijdag moest ik naar het ziekenhuis in Nijmegen. Daar bleek dat ik 10 liter vocht vasthield in en achter mijn longen. Na twee dagen behandelingen was dat weg en dacht ik dat ik weer naar huis kon. Maar ik bleek toch zieker te zijn dan ik zelf dacht.”

Het hart van Joop was te groot en bleef groeien. Daardoor sloten de hartkleppen niet goed en dat resulteerde in diverse klachten. “Na enkele maanden afwisselend thuis en in het ziekenhuis in Nijmegen geweest te zijn, moesten we op de eerste maandag van januari 1989 naar het ziekenhuis in Rotterdam. Daar kregen we de volgende boodschap: u moet een nieuw hart of u bent over een jaar dood.” Dat bericht kwam hard aan. “Ik krijg weer kippenvel nu ik het vertel. Je krijgt dan de keuze: ga je de molen in voor onderzoeken of zeg je ‘doe maar niet’. Maar dan weet je dat je binnen een jaar komt te overlijden.” De eerste twee weken van 1989 waren erg moeilijk voor Joop en zijn gezin. “Ik was behoorlijk over de rooie. Je hebt een bepaalde levensloop in je hoofd, Karin was zwanger van ons derde kind en ik heb toen de knop omgezet. Ik wist dat ons leven nooit meer zou zijn zoals het was.” Maar Joop besloot ervoor te gaan.

Binnen 6 weken had hij alle onderzoeken achter de rug, want de noodzaak voor een nieuw hart was erg groot. “Na die 6 weken was ik erg blij om op de wachtlijst te staan en dan begint dus echt het wachten. Dat was erg moeilijk. Ik werd steeds zieker en zieker. Ik wilde thuisblijven maar moest elke week naar Rotterdam. Ik weet nog dat ik in april dacht: zou ik de geboorte van ons derde kind in mei nog wel meemaken? Leef ik dan nog?” Op 14 mei werd Patrick geboren. “Toen leefde ik een week op. Maar daarna werd ik nog zieker. Het kraambed stond hier in de kamer. Toen Karin daaruit kwam, ben ik erin gaan liggen, want zo ziek was ik. We hadden ondertussen ook hulp in huis.”

Joop vertelt dat het een moeilijke tijd was. “Je ligt daar dan met het besef dat er iemand dood moet om mij in leven te houden. Voor mezelf heb ik toen besloten: er hoeft niemand voor mij dood, want dat kan ik niet verlangen. Ieder mens heeft recht op een lang, gelukkig en gezond leven. Maar mocht het toch gebeuren en mocht er een hart zijn dat voor mij geschikt is, dan zou ik dat wel heel graag hebben. Op die manier heb ik het vol kunnen houden.”

Op donderdag 12 oktober 1989 kwam het verlossende telefoontje. “We werden gebeld door dokter Simons van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Hij vroeg als eerste hoe het ging. Ik zei: ‘ik krijg het warm nu u belt’. Hij vroeg: ‘Hoezo? Ben je verkouden?’ Ik zei: ‘Nee, maar jullie bellen niet voor niets.’” Het was 18.00 uur en Joop kreeg het verzoek om binnen twee uur in Rotterdam te zijn, want er was een donorhart voor hem. “Het koffertje stond hier al maanden klaar en samen met Karin en wat familieleden zijn we met de taxi naar Rotterdam gegaan.”

In het ziekenhuis werd Joop nogmaals helemaal onderzocht. Want een verkoudheidje of koorts wil zeggen dat de operatie en transplantatie niet doorgaan. “In het ziekenhuis is dan ook een andere patiënt. Die zou aan de beurt zijn als ik toch niet zou kunnen of ik koorts zou hebben. Want er zijn zo weinig donorharten, de operatie zou door moeten gaan. Diezelfde nacht rond 1.30 uur ben ik geopereerd en heb ik mijn nieuwe hart gekregen.” Die ochtend rond 6.15 uur kregen Karin en de aanwezige familieleden het bericht dat alles voorspoedig was verlopen. De transplantatie was met succes uitgevoerd.

Vrijdag 13 oktober (zeker geen ongeluksdag) rond 12.30 uur werd Joop wakker. “Ik lag aan de beademing. Maar je moeten weten: tot die tijd deed alles pijn, ik had het de hele dag enorm koud. Mijn lichaam kreeg zo weinig zuurstof. Ik had tot die dag lang ondergoed aan en zat bijna de hele dag tegen de verwarming. Ik werd na de transplantatie wakker en voelde het direct. Ik had het lekker warm. Gevoelsmatig scande ik mijn hele lichaam. Ik had het warm en geen spierpijn. Alleen in een grote teen voelde ik nog kou, maar ik dacht: dat komt ook nog wel goed. Ik voelde me alsof ik in een dag een heel huis kon afbreken en weer opbouwen. Ik voelde me echt fantastisch.”

Nu 30 jaar later voelt Joop zich nog steeds goed. Hij heeft wel medicijnen en is regelmatig onder controle van een arts. Zijn donor is hij nog dagelijks dankbaar dat hij er nog steeds is. Met dit verhaal wil Joop iedereen oproepen na te denken over al dan niet donor worden. “Per 1 juli 2020 verandert de wet. Je moet jezelf de vraag stellen: als ik ziek word, wil ik dan wel of niet geholpen worden met een donororgaan? Is het antwoord ja, dan is de vraag denk ik niet zo moeilijk of je jezelf als donor moet laten registreren. Dit jaar hebben tot nu toe zo’n 27 mensen een donorhart gekregen, maar er staan er nog ruim 120 op de wachtlijst. Ik heb echt geluk gehad.”

Het hele interview dat Corné Kremers met Joop Bens had, is vanaf komende woensdag 2 oktober te zien bij de Lokale Omroep Mill en in de rubriek video op inmill.nl.