Het begon ooit met een groen idee van wethouder Jos van den Boogaart van de gemeente Mill en Sint Hubert. Een ingewikkelde rekensom en een paar sterke partners verder, was het realiteit: de Klimaatoever in Mill.

Een perceel vol bomen dat evenveel CO2 uit de lucht haalt, als het gemeentehuis jaarlijks uitstoot. Een vernieuwend concept in de regio en het bewijs dat CO2-compensatie op eigen bodem niet alleen mogelijk is, maar ook aantrekkelijk kan zijn. Wie nu langs de Beerseweg rijdt, kan er niet langer overheen kijken, want sinds dinsdag 21 januari 2020 prijkt op de grond een groot portaalbord.

CO2-compensatie. Hoe zat het ook alweer?

CO2-compensatie is het compenseren van de uitstoot van CO2 (koolstofdioxide) van bijvoorbeeld bedrijven door de aanplant van bomen of het realiseren van natuur. Als bomen groeien, leggen ze C (koolstof) vast en komt er O2 (zuurstof) vrij. Het compenseren van CO2 gebeurt vaak internationaal, bijvoorbeeld in tropische landen, maar voortaan kan het dus ook in de eigen regio.

1. De klimaatoever

Wat is het?
De klimaatoever is een pilotproject van de gemeente Mill en Sint Hubert en een uniek voorbeeld van regionale CO2-compensatie. Het perceel van 4,5 hectare groot, gelegen langs de Beerseweg en het riviertje de Lage Raam, haalt ieder jaar net zoveel CO2 uit de lucht als het gemeentehuis jaarlijks uitstoot. Het lijkt nu nog op een boomkwekerij, maar de komende zeven jaar komt daar verandering in. De nette rijtjes bomen zullen plaatsmaken voor een natuurlijke combinatie van verschillende natuurtypen zoals rivier- en beekbegeleidend bos, bloemrijk graslandschap en nat ruigteveld. Aan het einde van de looptijd (2027) is de gemeente een mooi stukje natuur rijker.

Van fantasie naar werkelijkheid
Wethouder van den Boogaart: “Ik kwam op het idee van regionale CO2-compensatie tijdens een bedrijfsbezoek aan een drukkerij, dat zelf een stuk bos had laten aanleggen in een ver weg gelegen land. Toen ik de eigenaar vroeg of hij dat niet liever in de buurt had gedaan, zei hij direct: ‘natuurlijk, veel liever!’ Vanaf dat moment ben ik gaan puzzelen om te kijken of dit mogelijk was. Die rekensom was niet eenvoudig. Grond, arbeid en materiaal is relatief duur in Nederland, en in een tropisch klimaat groeien de meeste bomen een stuk harder dan hier. Maar ik heb net zo lang gerekend tot ik dacht: zo gaat het lukken. We hebben alleen nog partners nodig.” Deze partners werden Het Groen Ontwikkelfonds Brabant en boomkwekerij Ebben. Het Groen Ontwikkelfonds, dat is opgericht om onder andere overheden te ondersteunen bij het ontwikkelen van natuur, nam 50% van de grondkosten voor haar rekening. Boomkwekerij Ebben zei te willen zorgen voor het planten van de bomen en het realiseren van het stuk natuur. Als wederdienst mocht Ebben het perceel gedurende de transitiejaren gebruiken voor eigen exploitatie. Een win-winsituatie.

Lees het gehele artikel met het wie, hoe en wat in de rubriek Gemeentenieuws in De Neije Krant van 31 januari, digitaal te vinden op www.deneijekrant.nl.