Voor velen is dit een bijzondere tijd. Veel mensen werken thuis, maar ook zijn er die plotseling geen werk meer hebben of hebben juist veel meer werk, zoals mensen met een vitaal beroep.

Voor leerkrachten is er nog steeds werk, maar zij werken wel op een andere manier dan dat ze gewend zijn. “Zoiets hebben we nog nooit meegemaakt. Het is echt heel bijzonder,” vertelt José Martens, directeur van basisschool de Kameleon in Mill.

Met gemengde gevoelens denkt José terug aan zondag 15 maart, de dag waarop bekend werd dat de scholen moesten sluiten. “Wij waren als directeuren van Stichting Vitare erg onrustig. Er was een persconferentie, maar ook waren er vooraf al wat signalen. Na de mededeling dat scholen moesten sluiten hebben we meteen met elkaar contact gezocht via de digitale kanalen om te zien wat de eerste zorg was en wat we gingen doen.” José geeft aan dat ze er wel rekening mee hadden gehouden, maar als het dan definitief is gaat er van alles door het hoofd.

De ochtend daarna zijn alle leerkrachten toch op school gekomen. Kinderen bleven uiteraard die dag al thuis. “We hebben doelen gesteld: wat willen we en hoe gaan we dat neerzetten voor de komende weken. We wisten toen ook nog niet hoelang het zou gaan duren. Om 11.00 uur kwamen we weer bij elkaar en hebben we een plan opgezet en uitgewerkt.” Hierbij was de basisstof behandelen en herhalen de basis. Op die manier konden ze kinderen snel thuis aan de slag laten gaan. “De dag daarna, dinsdagmiddag 17 maart, konden ouders naar school komen. Er lag op elk tafeltje van een kind een pakketje. Dat hadden de leerkrachten in korte tijd geregeld. Echt fantastisch.”

In de eerste week was er vooral telefonisch contact tussen leerkracht en leerlingen. José: “Het lesprogramma staat nu klaar op een digitaal platform. We horen dat leerkrachten al vanaf acht uur in de ochtend berichtjes van kinderen krijgen. Om half negen beginnen ze met lezen, een half uurtje later aan de taken rekenen, spelling, schrijven etc., maar ook zorgt de leerkracht dat er tussendoor nog wat andere activiteiten zijn.” Contact is er nu ook via videobellen. “In het begin was dat nog wel even organiseren, want niet alle kinderen hadden een laptop of iPad. Maar die hebben ze van school kunnen lenen. Het is namelijk erg belangrijk goed contact te hebben en houden met de leerlingen.”

Ook werden er al foto’s uitgewisseld zodat leerkrachten zien hoe kinderen thuis werken en maakten de leerkrachten een filmpje voor de leerlingen. Hoe goed het dan ook gaat, toch hoopt José dat het weer snel normaal is. “Kinderen missen het contact met de leerkrachten en met elkaar. Ik heb echt de intense hoop dat op 6 mei de deuren van het kindcentrum in Mill weer wagenwijd open kunnen. Dat hoop ik echt, maar als het verlengd wordt dan snap ik dat ook. Ik weet het niet en 21 april (de persconferentie van de minister-president) zal een spannende dag worden.”