Op 1 januari 2021 is de gewijzigde Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening (Wgs) ingegaan. Met deze wijziging krijgen gemeenten de verplichting om actief hulp te bieden aan inwoners met betaalachterstanden, in plaats van dat zij zelf aan de bel trekken.

Het doel van de gewijzigde wet is dat (hogere) schulden worden voorkomen en dat gemeenten op tijd in contact komt met inwoners die nog niet in beeld waren. Zo worden (verdergaande) incassomaatregelen, afsluitingen, bronheffing en huisuitzettingen zoveel mogelijk voorkomen.

Hoe werkt het?

Woningcorporaties, zorgverzekeraars, energie- en drinkwaterbedrijven zijn vanaf 1 januari verplicht om achterstanden van hun klanten te melden bij de gemeente. Wanneer signalen wijzen op schulden of een groter risico op schulden, heeft de gemeente de plicht om actief hulp te bieden. Via een huisbezoek of telefonisch wordt contact gelegd. Vervolgens gaan een medewerker van schuldhulpverlening (PLANgroep) en een maatschappelijk werker van Sociom met u het gesprek aan. Het eerste contact is gericht op het bepalen van de problematiek en het aanvaarden van hulp, eventueel op maatschappelijk/sociaal vlak.

Opschorting

Wanneer u de hulp accepteert, wordt een incassoproces opgeschort, voor in principe 30 dagen. In die 30 dagen wordt gekeken naar een snelle oplossing of nadere afspraken, bijvoorbeeld een betalingsregeling of schuldhulptraject. Als er geen behoefte is aan hulp wordt het vroegsignaleringstraject gestopt. De signaalpartner start het incassotraject dan weer op.

Cijfers binnen het Land van Cuijk

Uit recente cijfers van CBS blijkt het aantal huishoudens met problematische schulden als volgt per gemeente: Boxmeer 4,8%, Cuijk 7,4%, Grave 6,3%, Mill en Sint Hubert 4,3%, Sint Anthonis 2,9%. Landelijk is dit percentage 8,3%. Door de impact van het coronavirus kan het aantal huishoudens met risicovolle of problematische schulden de komende jaren toenemen. Reden te meer om te starten met vroegsignalering van schulden, om daarmee escalatie van problemen te voorkomen.