Op 3 januari 2022 organiseerde het Brabants Historisch Informatie Centrum ‘Openbaarheidsdag’. Toen werden er weer honderden archiefstukken openbaar die nog niet eerder in te zien waren, of alleen onder voorwaarden. Journalisten, historici en belangstellenden kunnen deze archieven raadplegen en lezen wat er in Brabant tijdens de oorlogsjaren en daarna speelde. De archieven van het Militair Gezag staan dit jaar weer centraal. Als gevolg van de coronabeperkingen kun je deze nieuwe archiefstukken alleen via een afspraak in onze studiezaal raadplegen. We kunnen ze ook voor je digitaliseren.

Wat wordt openbaar in 2022?

Dit keer valt het jaar 1946 vrij, waarin het dagelijks leven in Brabant verder gaat na de euforie van de bevrijding. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Wegen zijn in slechte staat, transport schaars en communicatielijnen vaak verbroken. Naast het verlies van dierbaren (en/of hun woning), hebben velen te maken met schaarse levensmiddelen en een gebrek aan gas, elektriciteit of kolen. En hoe verliep het leven in de interneringskampen?

Meer mysteries rond Marggraff?

Terwijl in de harde oorlogsjaren iedereen alles op de bon moet kopen, treft de politie van Vught in november 1944 kilo’s boter, suiker en kaas aan in huize Zionsburg te Vught. Het onderkomen van de bekende familie Marggraff. “Achtergelaten door de Duitsers”, stelt Willem Frederik Ewald Marggraff. En hoe zit het met de bijna 480 oude munten die in het huis zijn opgedoken? Is dit stof voor een vervolg op de meest beluisterde podcast ‘De Brand in het Landhuis’, over het leven van Ewald Marggraff? Meer over Marggraff vind je in het archief van de Gemeentepolitie Vught, 1920-1994.

Militair Gezag

In 1946 neemt het directoraat-generaal voor de bijzondere rechtspleging de leiding over van het Militair Gezag. Het Militair Gezag, dat in de bevrijde Zuidelijke Nederlanden in 1944 is ingesteld, heeft interneringskampen in gebruik voor duizenden 'foute' Nederlanders, waaronder ‘moffenmeiden’, NSB'ers en collaborateurs met de Duitse bezetter. De sfeer is er uitgelaten, grimmig en ontvlambaar. Ook de regels in deze kampen zijn niet duidelijk, want mogen familieleden geïnterneerden wel extra eten komen brengen, of een boek? Meer daarover vind je in de stukken van het gemeentebestuur Oploo, St. Anthonis en Ledeacker, 1942-1969.
Sommige geïnterneerden berusten niet in hun lot. Ze proberen het kamp te ontvluchten. Daarbij moeten hun vrouwen het soms ontgelden, ontdekken we in de dossiers van het gemeentebestuur Grave, 1942-1969.

NSB-kinderen

Vlak voor de bevrijding en daarna wordt er ook geleurd met NSB-kinderen. Minderjarige kinderen worden vaak samen met hun ouders vastgezet. H. Holtkamp, reserve-majoor voor Alg. Dienst Militair Commissaris, tikt op 13 november 1944 een brief aan de burgemeester van St. Anthonis, dat het “niet in de bedoeling ligt tevens de kinderen in te sluiten. Dergelijke kinderen dienen tegen betaling te worden ondergebracht bij familie, kennissen of particulieren.” In hetzelfde dossier van het archief van het gemeentebestuur Oploo, St. Anthonis en Ledeacker, 1942-1969, lezen we over het lot van vier kinderen die op 27 december 1944 gescheiden worden van hun (alleenstaande) moeder en elders tijdelijk onderdak vinden. Maar “nu de kwartiergever weet dat hij kinderen in huis heeft van een NSB’er of landverrader, wil hij de kinderen niet langer hebben en zijn deze ook nergens onder te brengen.” De burgemeester van Oploo ziet geen andere uitweg dan ‘overbrenging van die kinderen naar het kamp waar de moeder is.’
Deze dossiers zitten vol schrijnende gevallen. Maar er is zoveel meer. Nieuwsgierig geworden?

Openbaarheid in lockdown

Als gevolg van de coronabeperkingen kun je onze studiezaal alleen op afspraak bezoeken. Als je archieven wilt inzien die dit jaar openbaar zijn geworden, geef dit dan in je e-mail aan en stuur deze naar: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. We gaan dan graag voor je kijken of we ze kunnen digitaliseren.

Openbaarheid archieven

De Archiefwet 1995 bepaalt dat documenten van overheidsinstellingen na twintig jaar worden overgedragen aan het historisch archief. Ruim 95 procent van de overgedragen stukken is direct in te zien. Voor de rest geldt een beperking op de openbaarheid, meestal omwille van de privacy van nog levende personen. Over particuliere archieven maakt het BHIC speciale afspraken met de schenkers. De beperkingen gelden altijd voor een van tevoren vastgestelde periode. En dus worden er jaarlijks nieuwe archieven openbaar.