Een familiekroniek in 3 delen, deel 3. Naar vertellingen van Willy Sweens, bewerkt door Marja Verheijen.

Een eigen hotel, dat was de wens van Sjaak en Adriana. Voor de bouw ervan vonden ze een perceel op één van de beste strategische punten, namelijk de viersprong Mill, Haps, Wanroij en Uden. Maar voordat Sjaak met de bouw ging starten, informeerde hij bij een andere neef, Nicolaas van de Burgt, ook uit Boxtel of hij genegen was om dit nieuwe hotel te gaan runnen. Daar had neef Klaas wel oren naar, want hij kon redelijk goed koken en hij oberde ook al regelmatig. Dus het startsein voor de bouw kon gegeven worden. Sjaak kon de heidegrond redelijk goedkoop aanschaffen en in 1933 werd “Hotel Erica” in Sint Hubert opgeleverd, een prachtig statig pand met een schitterend uitzicht over de heidevelden, waar het hotel zijn naam aan ontleende.

Neef Klaas oefende zijn functie als hotelier naar tevredenheid uit en ome Sjaak ontving van gasten positieve berichten. Toch gaf al in 1935 neef Klaas er de brui aan. Hij kon het zware werk niet langer aan en had er ook geen zin meer in. Dat was een lelijke domper en Sjaak had er slapeloze nachten van. Na veel gepieker had Sjaak een idee en hij overlegde zijn plan met Adriana. Ze zouden de fietsenwinkel verplaatsen naar de kelder onder het hotel en samen zouden ze het hotel gaan runnen. Hun neef Adriaan zag de verhuizing wel zitten, mede omdat er voldoende ruimte voor de fietsenzaak was. Het huis in de Stationsstraat, hun landhuis werd te koop gezet en Frans Thijssen werd de nieuwe eigenaar.

Als gevolg van de onheilspellende situatie werden in 1939 de Nederlandse militairen gemobiliseerd en verschenen de eerste soldaten in het straatbeeld van Mill. De Duitse dreiging werd alsmaar groter en op 10 mei 1940 vielen de Duisters massaal Nederland binnen. De Tweede Wereldoorlog was een feit. 

Om half 5 die dag reden er twee treinen Mill binnen, een pantsertrein en een lange goederentrein met een bataljon Duitse soldaten. Op de eerste oorlogsdag viel de Peel-Raamstelling al, de Nederlandse verdedigingslinie tussen Grave en Weert, waar Mill onderdeel van was.

Al direct vond de inkwartiering van de Duitse soldaten plaats in het hotel en Sjaak en Adriana probeerden er net als alle anderen maar het beste van te maken. Het normale leven was ver te zoeken.

Sjaak zou echter geconfronteerd worden met een nog veel groter verdriet. In de zomer van 1940 werd Adriana ziek en haar toestand bleek veel ernstiger dan het in het begin leek. Haar toestand verslechterde snel en zij kwam te overlijden op 1 november 1940. Op 9 november zou zij 59 jaar zijn geworden. Adriaan ging gebukt onder een groot leed en zijn enthousiasme voor het leven ebde langzaam weg. Zijn grote liefde was niet meer.

In 1941 mocht neef Adriaan de rijwielhandel overnemen en een nieuwe fietsenzaak beginnen in het pand aan Spoorstraat 7, dat ome Sjaak reeds in 1924 had gekocht en al die tijd verhuurd had. Ondanks de oorlog brak er voor neef Adriaan een heuglijke tijd aan. Op 5 mei 1941 opende Adriaan van de Burgt zijn eigen zaak en op 19 mei trouwde hij met zijn grote liefde Mientje Nas.

Sjaak had het zwaar nu hij zonder zijn geliefde Adriana alleen door het leven moest. Hij verkocht Hotel Erica en ging in november 1941 bij het jonge paar Adriaan en Mientje inwonen. Zo hoopte hij nog rustig van zijn leven te kunnen genieten. Elke zondagmorgen ging hij bij Hotel Kloosterman een borreltje drinken om zijn verdriet te verzachten. Tonny Kloosterman en Willy Sweens kregen dan altijd een paar centen om bij Hanneke Toonen, Ons Hanneke in het pand aan de Stationsstraat 18 een snoepje te kopen.

Lang heeft Sjaak niet kunnen genieten van zijn rustige leventje. Op 7 januari 1943 moest neef Adriaan van de Burgt naar het gemeentehuis om het overlijden van zijn oom Sjaak aan te geven. Sjaak was 60 jaar oud geworden. Hij zou spoedig zijn geliefde Adriana weer ontmoeten aan gene zijde en eindelijk konden ze samen aan hun reis beginnen, die ze bij hun huwelijk al voornemens waren.