Myllesheem vertelt: De dagboeken van burgemeester Verstraaten deel 10 - Waterbeheer

Notities aangaande de waterhuishouding komen heel veel voor in de dagboeken van burgemeester Verstraaten. In menig aantekening worden “de Raam en de Beersche Overlaat” genoemd en er staat dan ook regelmatig een vergadering betreffende het waterbeheer in zijn agenda. Burgemeester Verstraaten zat in meerdere commissies om de waterhuishouding in het Land van Cuijk te beheren, want dit had hoge prioriteit. Hij was ook betrokken bij de oprichting van Waterschap De Maaskant, die als voornaamste doel had om de Beerse Overlaat te sluiten.

De naam Beerse Overlaat werd oorspronkelijk gebruikt voor twee natuurlijke lage oeverdelen van de Maas tussen Gassel en Linden. Bij de dijkaanleg in de 16e eeuw werden zij ingericht als lage dijkvlakken, een overlaat genoemd. Zo ontstond er een droge noodbedding van enkele kilometers breed en 40 kilometer lang tussen Beers en Den Bosch. De Beerse Overlaat maakte destijds deel uit van de Zuidwaterlinie, die van Bergen op Zoom tot Grave liep en 12 vestingsteden met elkaar verbond. De vele forten dienden als verdediging tegen aanvallen vanuit het zuiden, de Fransen en de Spanjaarden. Tijdens het hoogwater in de winter liep deze noodbedding vol en vormde een tijdelijke rivier. Deze overstromingen bezorgden de bewoners zeer veel last, leed en ellende.

Bij kasteel Tongelaar stond een grote kapschuur, waarin de bootjes van de boeren lagen opgeslagen, zodat zij bij hoogwater (ruim 50 cm) zich toch konden vervoeren. De boerderijen behorende bij dit landgoed hadden een houtmijt voor hout en takken, niet alleen om mee te stoken, maar ook om een tijdelijke ophoging te maken, zodat de koeien toch op het droge konden staan. De huidige dassenburchten in de omgeving van Tongelaar zijn veelal door deze dieren gebouwd in de voormalige kleine dijkjes, die de boeren zelf hadden aangelegd om hun land toch nog enigszins te kunnen beschermen.

In maart 1913 staat de volgende notitie: “Keering der Beersche Maas”, maar er zou ook “keuring” kunnen staan. Beiden zouden echter kunnen, daar een kering een dam of een dijk is om overtollig water tegen te houden en “keuring” zou ook mogelijk zijn, omdat de dijken en dergelijke regelmatig gecontroleerd moesten worden. Zoals al eerder vermeld: het sierlijke handschrift was niet altijd even duidelijk te lezen.

Op 10 februari 1914 heeft burgemeester Verstraaten een vergadering over de zomersluiting van de Beersche Maas. Tussen 15 maart en 15 november werden de overlaten tijdelijk opgehoogd, zodat er geen water kon binnen stromen. Zodoende kon het gras groeien en is er voldoende hooi te oogsten om het vee in de winter te voederen.

In maart 1915 lezen we in het dagboek het volgende : “doorbraak kisting Beersche Maas” en ontvangt de burgemeester een telegram over de “overstrooming van de wegen in Gassel en Beers”.

In december 1915 is de situatie weer zorgelijk, als net voor Kerstmis “een scheur in den dijk” geconstateerd is.

Willem zette zich volop in voor de veiligheid van zijn dorpelingen, want hij schreef vele brieven naar koningin Wilhelmina en naar de ministers, waarin hij om hulp en bijstand vroeg. Hij belegde een grote vergadering in De Vereeniging in Nijmegen om alle betrokken instanties te doen inzien, dat de Beerse Overlaat gesloten moest worden. Hij kreeg zelfs twee maal huisbezoek van minister en ingenieur Lely om zijn standpunt te verduidelijken en om de mogelijkheden te bespreken, maar pas in 1942 werd de Beerse Overlaat eindelijk gesloten.

Volgende week lezen we hoe de burgemeester de veiligheid van de dorpelingen probeerde te waarborgen, want er was nogal veel kleine criminaliteit.

Geschreven door Marja Verheijen.

Heeft u meer informatie of beeldmateriaal uit deze tijd mail dan naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..

Neem ook een kijkje op www.myllesheem.nl voor meer interessante verhalen.