“Op de foto missen wij Jos en Melvin die aan het werk waren”

Door Elly Meijnders - Sinds april van dit jaar woont op de Wollenbergseweg in Mill een gezin met pleegouders Lobke en Jos van Dijk en de pleegkinderen Levy, Melvin, Anoushka, Marie-Jannette, Maria José en Fleur. Gezinshuis “Lana”.

Zij willen zich graag voorstellen via dit interview met mij. Ik word hartelijk begroet en bekijk de moestuin van Levy en het appartement van Marie-José. Zij zijn daar beiden terecht trots op. Levy (16 jaar) vertelt dat de leuke tijd van het oogsten nu is aangekomen. Wij gaan in de kleine woonkamer zitten.

Jullie beide eigen kinderen gingen de deur uit en jullie begonnen aan pleegkinderen?

Jos lacht: “Je weet niet half hoeveel mensen ons voor gek verklaarden”. Lobke: “En we gaan het steeds leuker vinden”. Jos vervolgt: “Toen wij pas bij elkaar waren zeiden wij al: als wij kinderen krijgen, dan willen wij ook pleegkinderen”.

Lobke: “Ja, je hebt gelijk, uit sociaal gevoel, maar mijn opleiding maakte ook dat ik voelde voor kinderen met een verstandelijke beperking”.

Kimbo, de grote Spaanse berghond mag even binnen komen om gedag te zeggen.

Jos: “Maar ik had een winkel en met onze eigen kinderen ebt zo’n droom toch een beetje weg. Maar mijn sociale leven stond op een gegeven ogenblik op nul komma nul. Ik was pas ’s avonds laat thuis, Lobke was al veel eerder uit de winkel gestapt. Wij zijn toen een week op vakantie met z’n allen geweest en hebben de knoop doorgehakt. Wij gingen doen wat wij eigenlijk wilden. Dat was een grote stap, ja. Heel moeilijk. Wij hebben de moed bij elkaar geraapt, want het was een slechte tijd in de economie. De woning en de winkel waren echter binnen drie dagen weg”.

Lobke vult aan, terwijl Marie José wegloopt om haar was in de machine te doen: “Wij hebben toen gevraagd om een gezinshuis te mogen worden, wat betekent dat je voor meer kinderen kunt gaan zorgen”. Wijst: “Levy is in januari gekomen en Fleur van 8 jaar is sinds enkele weken bij ons. Bij een eerdere verkoop waren wij al verliefd op deze boerderij, maar de kinderen waren er toen nog niet aan toe”.

“En nu voelen wij ons sinds 6 april hier al thuis”, grapt Jos, die vervolgens even opstapt om het zwembad te controleren dat zich met water vult.

“Het ligt hier natuurlijk behoorlijk buiten het centrum. Maar nu zijn de omstandigheden anders. Ze kunnen met de fiets, met openbaar vervoer of ze worden door een bus opgehaald. Wij zijn hier nu aan het opbouwen, Marie-José is nu 23, wilde na haar achttiende bij ons blijven, heeft haar appartement en werkt bij Sas en Bep in Myllesweerd, Levy helpt bij de bouwtekeningen, Melvin werkt bij Toon de varkensboer op de hoek en helpt bij het grasmaaien, Anoushka werkt in een winkeltje in het dorp en helpt bij de ezels, Marie-Jannette helpt bij de konijnen. Voor Levy zouden wij nog wel een maatje willen hebben bij het tuinieren. Hier wordt geleefd en gewerkt door een bijzondere groep mensen. Eens in de drie weken gaan zij naar papa, mama of naar een ander gezinshuis, zodat wij ook aandacht kunnen geven aan onze eigen kinderen en kleinkinderen. Alle stapjes hebben voor ons meerwaarde”, zegt Lobke met een wijze en lieve glimlach.

Ik vraag aan Anoushka hoe zij het hier vindt.

Zij straalt: “Het is een fijne sfeer hier, als ik uit school kom, praten wij over de schooldag. Ja, Lobke heeft gelijk, ik heb een grote wens, ik wil graag een pony”.

Jos doet de grote tuinwerkzaamheden en Fleur kijkt spijtig naar haar roze crocs.

“Ik probeer overal te helpen, maar deze mag ik niet aan bij het poep scheppen van de ezels, dan moet ik laarzen aan”.

Lobke en ik lopen lachend naar het hek. Zij vertelt mij nog even over hun bedoelingen en intenties met het gezinshuis “Lana”. Het gaat haar vooral om...