Sinds enkele weken staan er een aantal caravans op het voormalige woonwagenterreintje aan de Kampweg in Mill. Omdat de gemeente een einde wil maken aan deze illegale bewoning en de bewoners van deze caravans aan hebben gegeven niet te willen vertrekken, heeft de gemeente ze een last onder dwangsom (voorgenomen boete) opgelegd. Tegen deze last onder dwangsom hadden de caravanbewoners een voorlopige voorziening aangevraagd. Dit wil zeggen dat men via de rechter heeft geprobeerd deze last onder dwangsom ‘van tafel te krijgen’.

Ondertussen heeft de rechter uitspraak gedaan. De rechter heeft geoordeeld dat de gemeente Mill en Sint Hubert de juiste stappen zet om aan deze illegale bewoning een einde te maken en dat dus de boete mag worden opgelegd. De caravanbewoners hebben van de rechter wel een langere termijn gekregen om zelf te vertrekken voordat de boete in werking zou treden.

Deze extra tijd loopt vandaag (vrijdag 19 oktober) af. Aangezien de woonwagens er nog steeds staan, zal de gemeente ze een boete opleggen van 20.000,- euro per caravan. “Omdat wij er alles aan willen doen om een einde te maken aan deze situatie, zijn we, naast de last onder dwangsom, ook nog andere juridische stappen aan het zetten,” aldus een woordvoerder van de gemeente. “Hierbij is het belangrijk dat dit zorgvuldig gebeurt, zodat deze juridische stappen ook slagen.”

Op diverse locaties in Nederland zijn de laatste weken illegaal woonwagens geplaatst. Hierover zijn ook vragen gesteld in de Tweede Kamer. Minister Ollongren wees gemeenten er deze week op dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor het vaststellen van het lokale woonbeleid voor woonwagens. Zij schrijft: “Het zich vestigen op een woonwagenlocatie in strijd met dit woonbeleid zonder toestemming of vergunning is ongeoorloofd en illegaal.” Ook de minister geeft hiermee dus aan dat de gemeente Mill en Sint Hubert de juiste werkwijze heeft gevolgd.