Nog een dag te gaan en dan is het zover, dan gaat onze jongste zoon trouwen.

Ik weet nog goed dat ik vroeg wanneer ‘het’ zou gaan gebeuren en dat zou in het najaar zijn, vermoedde men. Want stel dat je in de zomer trouwt en je hoopt op zon en het regent. Of... de mussen vallen van het dak van de hitte en jij dus ook. In plaats van in het najaar, september leek me erg leuk….werd het winter. En als ik ergens een hekel aan heb... Maar het is hun feestje.

Twee dagen geleden lag ik onder drie dekbedden met een sprei op mijn voeten want ik kon maar niet warm worden. Ik blaf als een oude hond, praat als een schorre ekster dus feitelijk zou ik mijn mond moeten houden zo bar en boos is het geluid wat ik fabriceer. Mijn schoondochter is ceremoniemeester en herstellende want ook haar hadden ze te pakken. Hopelijk is ze op de dag suprême weer helemaal fit want wie neemt anders de taak van haar over?

Ik ben benieuwd wat met name twee zonen aan hebben want als ze zich ergens niet druk over maken dan is het kleding… en de kapper. Nou ja, als ze er maar zijn dat is het belangrijkste. Daan heeft al gezegd dat we niet moeten denken dat hij het hele programma uitzit: ‘Ik kan toch wel naar buiten om een sigaretje te roken?’ We hebben hem verzekerd dat hij ook even kan wandelen rondom het slot want het is een mooie groene omgeving, als het niet sneeuwt dus. Na het diner en voor het feestje in de avond, is hij verdwenen. Want een feest is voor hem geen feest maar een ergernis met veel lawaai, muziek en vele andere triggers waar hij letterlijk ziek van wordt. De dag van de bruiloft is tot in de puntjes verzorgd en ik heb helemaal niets hoeven te doen. Ik hoef er alleen maar te zijn en de stralende moeder van de bruidegom te verbeelden en dat is nogal een karwei... in de winter... met een schorre keel... en een lading zakdoeken. Maar, ik ben er bij. ’s Avonds belt mijn zoon op en ik heb nauwelijks mijn mond opengedaan of hij zegt: ‘Dat wordt mond houden mam, drie kwartier de mond houden.’ En ik mompel op zeer bescheiden toon, want ja meer komt er ook niet uit, dat ik hoestpastilles mee zal nemen. Zou dat mijn lesje zijn. Bescheiden op de achtergrond en niet meer zeggen dan nodig is. Nou dat is niet zo moeilijk op deze manier en wel lekker rustig. Ik hoef geen moeite te doen om aangenaam te converseren want er valt niets te praten dus wordt het luisteren. En mond dicht houden voor mijn eigen goodwill. Och, dat is weer eens wat anders. Er komt licht in de duisternis ik kan het wel eens heel gemakkelijk krijgen.

Er is echter een groot probleem als ik me niet lekker voel. Mijn lijf zegt dan om de zoveel tijd: op de plaats rust. En ik moet dan echt mijn ogen even sluiten. Gelukkig heeft mijn zoon ook een kamer voor me gereserveerd maar ik denk niet dat het de bedoeling is dat ik me even onttrek aan het feestgedruis. Neus poederen mag en omkleden uiteraard maar een dutje doen? ‘Kom maar, kom maar’ hoor ik dat bed al roepen ‘hier is het heerlijk vertoeven.’ Ik ben echter een onverbeterde romanticus dus morgen is iedereen gezond en ziet er stralend uit. We hebben met zijn allen een mooie onvergetelijke dag met een prachtige bruid en bruidegom. En het gegrom van de hond en gekras van de ekster zijn verdwenen. Eindelijk! Wat een mooi vooruitzicht.

Tilly Gerritsma