De eerste dagen en weken van januari aanhoorden wij vele goede wensen. Kortom, alles wordt gewenst wat het leven aangenaam maakt en geluk brengt in ons dagelijks, somtijds eentonig en druk bestaan.

Dikwijls verlangen wij naar variatie, een doorbreking van steeds hetzelfde programma, een opkikkertje, een feest, een samenzijn met vele anderen, een ONT-spanning, wat iedere mens nodig heeft en beter geneest van geestelijke benauwdheid van pillen en poeders.

Zo wordt al maanden aan Carnaval gedacht en niet alleen gedacht, maar ook volop gewerkt met inzet van velen, want er komt heel wat kijken bij zo’n organisatie. Er is geen ander jaarlijks terugkerend volksfeest te bedenken dat een zo grote aanloop nodig heeft als Carnaval.

Het begint al op de elfde dag van de elfde maand. Het Prinsenpaar, de jeugdprins en prinses worden gekozen, de raden van elf samengesteld. De dansmariekes beginnen aan hun trainingen en de tonproaters volgen nauwgezet de landelijke en plaatselijke politiek om daaruit inspiratie op te doen voor de jaarlijkse buut.

Met deze daag geen auto’s of band maar feesten in ’t Germelaand!” is de spreuk van Prins Bram I. Dat beloofd met carnaval wat te worden: geen benzine of diesellucht rondom ons heen. Ik ben reuze benieuwd... geen CO2 uitstoot, geen klimaatdiscussies, geen klimaatspijbelaars.

Na de oorlog heeft de carnavalsviering een onstuimige bloei en uitbloei gekend. Vanouds hebben mensen altijd met elkaar feestgevierd, liefst met heel veel mensen en met geheel de gemeenschap, waarbij iedereen zoveel mogelijk betrokken werd. Het saamhorigheidsgevoel was toen aanmerkelijk sterker dan in onze dagen. Zij waren er nog meer van doordrongen dat wij allemaal gewone mensen zijn, die elke dag met elkaar moeten optrekken en die elkaar ook elke dag hard nodig hebben. Immers alléén kan niemand zich voldoende handhaven en zijn geluk waarmaken.

Moge de komende carnavalsdagen dit bewustzijn weer een beetje ophemelen en aan iedereen de dwaasheid van verstoorde verhoudingen – vanwege dikwijls maar futiliteiten - doen inzien, dan zal carnaval in onze Millse gemeenschap ongetwijfeld weer slagen.

Carnaval – Vastenavond – is veertig dagen voor Pasen op zijn vroegst op 2 februari en op zijn laatst op 8 maart. Een paar dagen geeft het ons de kans om even uit het dagelijks keurslijf te springen. Ik wens u toe en dat is mijn lijfspreuk: “een met elkaar en gelijk voor mekaar in grote eensgezindheid”. Daar hebben we geen benzine of diesel of nieuwe banden voor nodig. Het zal wel het klimaat in Mill veranderen.

Ad van der Meijden, pastoor

P.S. Vooral nog goed weer toegewenst bij de optocht en veel plezier in het Aldendrielpark!