Als ik op een dag in het merelnestje kijk zie ik zowaar dat de eitjes al uitgekomen zijn. Vier kale vogeltjes die een week later een mooie vedertooi hebben. Wat heerlijk dat ik van deze gezinsuitbreiding alleen maar hoef te genieten en er geen centje zorg aan hoef te besteden.

Gabber het paard van mijn schoondochter hoort natuurlijk ook bij de familie en afgelopen week gingen we met Fenna, mijn kleindochter, naar hem toe. Gabber staat op een manege aan de rand van de Veluwe en je rijdt van daaruit zo de bossen in. Hoe fijn kun je het hebben als paard en ruiter, geen verkeer alleen maar natuur. Fenna (tweeënhalf) vond het geweldig dat ze eindelijk op Gabber mocht zitten i.p.v. het hobbelpaard. Ook dat paard maakt geluid, als je een knopje induwt, maar een echt paard….dat is toch heel wat anders. Ze had het helemaal naar haar zin en wilde zoals een tweejarige betaamd niet naar huis. Thuis gekomen ging ze uit protest theatraal op de stoep liggen en wilde niet naar binnen. Ik verbaas me over de trukendoos van een kind die, zo klein als ze is, dit al tevoorschijn kan toveren met de bedoeling om iets naar haar hand te zetten. Jeetje, dat dit al zo vroeg in het systeem zit.

Eindelijk mooi weer! Winter is waardeloos volgens mijn persoonlijke woordenboek en zomer Zorgeloos! Dat is niet helemaal waar maar ik hou hem er nog effe in. Het is zo vreemd dat wat kleding betreft de lente soms gewoon wordt overgeslagen. Van trui naar korte mouw en voor sommige zelfs een hemdje. En in mijn kleerkast, wat een klerekast…..is het nog somber, donker en volop winter. En dan de grote verassing. Wat heb ik ook al weer, wat kan ik nog aan en waarom heb ik dat in godsnaam niet in de zak van Pater Konings gegooid? Het blijft raar dat je van sommige spullen bijna geen afstand kunt doen en dat zal te maken hebben met ijdele hoop? Zuinigheid? Sund? Het staat of liever gezegd stond zo mooi…toen, in een ver verleden. Dus nostalgie? Het is nog bijna nieuw, na jaren geschitterd te hebben in een donkere kast. Of het is feitelijk niet meer zoveel soeps maar het zit of is het zat… zo lekker.

Terwijl ik me erger over de besluiteloosheid en het niet los kunnen laten van kleding zijn mijn zonen en ex-man druk bezig met het appartement van Daan. ‘Kan niet ken ik niet’ hoorde ik Daan zeggen die dwars tegen de adviezen en tips van broer en vader inging. Ik speel niet thuis ik heb tenslotte al genoeg aan mijn hoofd met het probleem: kledingkast. Laat mij maar gordijnen wassen en korter maken en ik wil ook wel luisteren naar wat iedereen vindt. Maar geen advies a.u.b. en of bemiddeling. Het is Daan zijn huis.

Eindelijk, het is bijna niet te geloven, heeft iedere zoon dan toch zijn eigen plekje gevonden. Ik denk aan vader en moeder merel en meer nog aan de kuikens die zeer binnenkort hun nest al zullen moeten verlaten. Hup in een snel tempo, doorstromen maar, vooruit! En als het erin zit straks nog een nest. Mijn of liever gezegd onze zonen die wellicht jong van geest zijn en waarin beslist ook een oude ziel huist, spreiden hun vleugels uit en trekken de weide wereld in. Wat een prachtige romantische en avontuurlijk zin maar de werkelijkheid licht iets genuanceerder. Mentaal kan de mens hele werelden creëren en als het ware bevliegen maar als we dat met ons lichaam en verstand moeten doen wordt het een ander verhaal. ‘Kan ik niet ken ik niet’ hoor ik zachtjes fluisteren. Je weet maar nooit!

Tilly Gerritsma