Zoals iedere ochtend kijk ik mijn e-mail na. Zoals gewoonlijk is het postvak ongewenst drukker bezet dan het postvak wat meestal wel relevante post laat zien. Weg met die rommel, niet te geloven wat men niet allemaal probeert om de mens te verleiden om tot aankoop te komen.

LinkedIn had weer diverse baantjes voor mij. En eerlijk gezegd gaan deze meestal ook direct naar de prullenbak zonder ze een blik waardig te keuren. Maar deze keer viel mijn blik op: Medewerker smaakpanel. Hé, dat is interessant…denk ik. Zouden ze mijn foto hebben gezien en gedacht: ha dat mens is niet vies van eten die lust wel wat. Het was van een zuivelfabrikant, zouden het toetjes zijn? Ik zou dan, mits ik uiteraard geschikt was, onderdeel zijn van een sensorisch smaalpanel. Dus, neus, mond met tong en smaakpapillen en uiteraard mijn ogen moesten in orde zijn, maakte ik hier op uit. Want geur, smaak en textuur waren belangrijk. Ze zochten een enthousiast persoon en individueel en in groepsverband kreeg men samples vanuit het lab. Ik vroeg me af hoe groot de samples zouden zijn en of ik dan wel genoeg kon proeven. Als ik het direct niet lekker vond kon zelfs het kleine beetje te veel zijn, maar als het wel lekker was, en er heel veel soorten en smaken waren? Je mag niet oordelen met lekker of vies, maar men wilde weten waar een bepaalde smaak aan deed denken. Was dat soms een valstrik? Dat je toch enigszins wist wat je aan het proeven was en waar dit naar te herleiden was? Aan: het doet me denken aan tropische standen, een koele duik in een warme nazomermiddag, of een cocktail pina colada, daar konden ze natuurlijk niets mee. Aan het gevraagde: niet roken, geen voedselallergie, geen chronische verkoudheid en bereidt zonder het gebruik van parfum te komen proeven, kon ik ook afvinken. Geen afkeer van zuivelproducten… daar kon ik ook wel mee leven. Maar vervolgens stond er een zinnetje dat er een uitgebreide selectieprocedure volgde en dat fijnproevers zeldzaam zijn. Dat men zoveel uren per dag beschikbaar moest zijn en dat de maximale vergoeding elf euro en veertig cent per dag is. Ik haakte af. Zo’n fijnproever ben ik nu ook weer niet.

Om mijn zinnen te verzetten, het gemis van al die overheerlijke toetjes die mijn neus voorbij gingen, stapte ik op de fiets en genoot van ons landschap. Veel onkruid langs de kant van het nieuwe fietspad langs het peelkanaal maar ook prachtige weide- of zijn het wilde bloemen? Ook richting Tongelaar zag ik weer een prachtig veld in bloei staan. Zou ik nu al gezakt zijn als het smaakpanel wist dat ik deze bloemen prachtig vind. Het doet denken aan weidsheid, vrijheid, de zon, zomer, vakantie en het platte land. Hoewel in de stad en langs de snelwegen zie je de bloemen ook steeds meer. Fijn voor de bijen en de natuur. Ik ben blij dat ik niet gereageerd heb want ja zo’n verfijnde smaak heb ik niet. Ik ben al blij met een klaproos, een korenbloem en margriet die ik zomaar in het wild aantref.

Mijn oudste zoon heeft voor zijn dochtertje aan het waalstrand een kasteel gebouwd. Nou ja kasteel, een berge stenen verzameld en fantasie deed de rest. Ook hij zal wel niet door de ballotage commissie komen. Veel te grof en niet verfijnd genoeg en bij de vraag: het doet je denken aan? Moet je toch wel een erg rijke fantasie hebben om daar iets moois en ‘lekker’ en niet te versmaden gebouw in te kunnen zien. Gelukkig zijn we geen fijnproevers, want dan valt er zoveel moois en lekkers af.

Tilly Gerritsma