Was ik nu maar niet zo lui geweest, was ik maar gewoon door de knieën gegaan, zo moeilijk is dat toch niet?

Maar nee hoor: te lui, te stijf, het was nog te vroeg, niet door de knieën… dus opgezogen. En terwijl ik ‘het’ opzoog besefte ik wat het was. Natuurlijk was het iets en niet ‘niets’ om op te zuigen. Verdorie gisteren had ik het nog gezien. Het plaatje van de deurklink hing op half elf.

Natuurlijk moest ik die schroef hebben en ik slaakte een diepe zucht. Dat werd graaien en pluizen in de stof en dat op de vroege ochtend. Met mijn neus opgetrokken werd er geplozen wat ik eerder door luiheid, niet buigen, vooral niet bukken, had opgezogen. Mijn luiheid werd direct afgestraft zodat ik door de knieën moest. En natuurlijk, nadat ik de moed bijna had opgegeven, jawel hoor…onderin de zak. En tot mijn verassing ook nog een gordijnhaakje, geen wonder dat het gordijn steeds schever was gaan hangen. Gelukkig, dat probleem was weer opgelost.

Met de jaren wordt het er niet beter op tenminste als we onze elementaire voelsprieten zoals horen, zien en niet te vergeten armen en benen en al wat daar weer aan vast zit meenemen. Nu is het niet de bedoeling dat ik ga zeuren en treuren want daar schiet geen mens iets mee op. Bovendien kan ik die energie beter gebruiken voor iets anders. Maar een feit is dat ik bij mijn kinderen soms, en wie weet bij wie nog meer, toch wel erg suf en allesbehalve bij de tijd overkom. Onlangs kwam mijn jongste zoon binnen en ik had een klein weegschaaltje bestelt. Klein maar fijn om grammen te wegen. Voordat men van alles gaat denken vertel ik er maar meteen bij dat het thee is wat goed zou zijn tegen kanker en wat goed is tegen kanker is ook goed tegen een tekenbeet, is mijn redenering. Of het waar is weet ik niet maar een illusie kan soms wonderen verrichten. Het cellofaantje had ik er al afgehaald. Maar hoe hard ik ook drukte… ik kreeg het maar niet aan. Zouden mijn vingers zo verzwakt zijn dat ik daarvoor de kracht niet had? On-off stond erop maar er ging niets aan en ook niets uit. Mijn zoon nam het kleine apparaatje in de hand en klapte het plastic deksel open wat er ter bescherming zat. Oh jee, niet gezien. Had ik al die tijd op de deksel liggen drukken. Niet nagedacht, mijn verstand stond op online dat moment. ‘Bestudeer de boel i.p.v. als een idioot op een plastic plaatje te drukken wat niet beweegt’ ging er door me heen. Bijzonder blijft het waar je interesses naartoe gaan. Voor het ene neem ik heel veel tijd en probeer het zo diep mogelijk te bestuderen ofwel uit te graven. En het andere interesseert me geen bal en dan heb ik zoiets van ‘het zal wel’. En dat is soms danig vervelend als je iets wilt gebruiken en de eenvoud hiervan niet kunt doorzien. Of zou het toch aan mijn ogen liggen of mijn vingers die niet meer zo rap en bijdehand zijn. En een beetje verstand natuurlijk dat te gauw afgeleid is door dingen waarvan ik denk dat ze veel belangrijker zijn met de vraag of dat zo is. Maar ik kan gelukkig mijn weegschaaltje gebruiken doordat mijn zoon zijn ogen beter gebruikte, of gefocust was op hoe zoiets in elkaar zit waar ik dan weer geen geduld voor heb. Terwijl ik voor andere dingen, soms…ook niet altijd, heel veel geduld heb. Is het luiheid of desinteresse? Ik houd het bij het laatste dat klinkt niet zo erg en dat mag, toch?

Tilly Gerritsma