Werknemers hebben bij hun eerste loonbetaling recht op een specificatie: de zogenoemde loonstrook. Daarna hoeft u, als werkgever, in principe geen loonstrookjes meer uit te delen, tenzij er iets verandert in het loon van de werknemer.

In de praktijk krijgen de meeste werknemers elk loontijdvak een specificatie van hun loon. Wat moet u op de loonstrook vermelden?

  • het brutoloon in geld;
  • de gespecificeerde samenstelling van het bruto- of het nettoloon;
  • de gespecificeerde bedragen die u op het loon heeft ingehouden of ermee heeft verrekend;
  • de wettelijke minimumvakantiebijslag waar de werknemer recht op heeft;
  • het aantal uren dat de werknemer werkt op basis van de arbeidsovereenkomst;
  • het loontijdvak;
  • het wettelijk minimumloon dat voor de werknemer geldt;
  • de naam van uw onderneming en de naam van de werknemer;
  • als de loonstrook ook als jaaropgaaf geldt: de verplichte gegevens van de jaaropgaaf.

Per 1 januari 2020 moet door de inwerkingtreding van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) ook op de loonstrook staan of de werknemer een vast contract heeft of een tijdelijk contract. Draagt de werkgever te weinig WW-premie af, doordat hij in de loonaangifte een vast contract heeft doorgegeven, maar op de loonstrook aan de werknemer een tijdelijk contract heeft vermeld? Er kan dan (opzettelijk) verkeerde informatie verstrekt zijn en dus kan er sprake zijn van valsheid in geschrifte waarvoor de werkgever strafrechtelijk kan worden vervolgd.

Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill.